Inhoudsopgave
Advertenties
2.4.2 APARTE VERBRANDINGSLUCHTTOEVOER
De houtkachel kan van externe verbrandingslucht worden voorzien. De aan-
sluiting voor de externe verbrandingslucht bevindt zich aan de onderkant
van het apparaat (Ø=100 mm). De leiding voor toevoer van verbrandings-
lucht kan zowel onder als achter worden aangesloten. De aansluiting onder
is in de sokkel geïntegreerd.
Om de leiding voor de toevoer van verbrandingslucht aan te sluiten, door-
loopt u de volgende stappen.
Montage van het verbrandingsluchtkanaal aan de onderkant van het
apparaat:
1. Plaats de kachel op de aansluiting voor de verbrandingslucht op de vloer
en verwijder de bekledingsplaat (Afb. 3a).
2. Demonteer de sluitdeksel (Afb. 3b).
3. Sluit ten slotte de verbrandingsluchtleiding aan op de aansluitsteun voor
de verbrandingslucht. Wanneer de verbrandingsluchtaansluiting vlak op
de bodem ligt, moet het meegeleverde verbrandingsluchtverbindings-
stuk luchtdicht in de aansluiting worden gedrukt.
4. Sluit tot slot de verbrandingsluchtleiding aan op de aansluitsteun voor de
verbrandingslucht (afb 3c).
Montage van het verbrandingsluchtkanaal aan de achterkant van
het apparaat:
1. Schroef de sluitdeksel aan de binnen- en buitenkant los (afb. 3d).
2. Monteer vervolgens de verbrandingsluchtaansluitsteun (afb. 3e + f).
3. Sluit tot slot de verbrandingsluchtleiding aan op de aansluitsteun voor
de verbrandingslucht.
Indien bij de installatie van de houtkachel de verbrandingslucht van buiten
(bijv. uit de kelder of een andere ruimte) door middel van een apart verbin-
dingsstuk voor verbrandingslucht (SVS-verbindingsstuk) wordt aangevoerd,
moeten de aanwijzingen van de TROL (vakregels) en DIN 18896, enz. wor-
den nageleefd en toegepast.
1
Abb. 3a
3
Abb. 3c
Abb. 3e
1
Bekledingsplaat
2
Sluitdeksel
3
Verbindingsstuk voor verbrandingslucht
In het bijzonder moet worden gezorgd voor een afdoende diameter van de
pijpleidingen.
NL 12
2
Abb. 3b
Abb. 3d
3
Abb. 3f
2
3
Advertenties
Inhoudsopgave
