Download Print deze pagina

bulex GeniaAir Mono HA 7-6 O 230V B2 Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 124

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

8.3
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
Controleer visueel het cv-water.
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming (bijv. magnetietafscheider inbouwen).
Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa-
tie en conditioneert u het verwarmingswater.
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het verwarmingswater
kan dringen.
Vul- en bijvulwater controleren
Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
U moet het CV-water conditioneren,
als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drievoudige van het
nominale volume van de CV-installatie overschrijdt of
wanneer de in de volgende tabel genoemde richtwaarden
niet worden aangehouden of
als de pH-waarde van het verwarmingswater onder 8,2 of
boven 10,0 ligt.
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
mol/
kW
°dH
2)
< 50
2)
≤ 3
≤ 16,8
≤ 11,2
≤ 2
> 50 tot
≤ 200
≤ 8,4
≤ 1,5
> 200 tot
≤ 600
> 600
< 0,3
< 0,05
124
> 20 l/kW
> 40 l/kW
≤ 40 l/kW
mol/
°dH
°dH
mol/m³
< 0,3
< 0,05
3)
3)
≤ 8,4
≤ 1,5
≤ 5,6
≤ 1,0
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
kW
°dH
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
2) Geen beperkingen
3) ≤ 3 (16,8)
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
Fernox F3
Sentinel X 300
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
Fernox F1
Fernox F2
Sentinel X 100
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
Fernox Antifreeze Alphi 11
1)
Sentinel X 500
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven heeft gebruikt.
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020297942_04
> 20 l/kW
> 40 l/kW
≤ 40 l/kW
mol/
mol/
°dH
°dH
1)
mol/m³

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Geniaair mono ha 5-6 o 230v b2Geniaair mono ha 6-6 o 230v b2Geniaair mono ha 3-6 o 230v b2