Bedieningselementen en functies
Besturingspaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het
geprojecteerde beeld aan.
3. Lensverschuivingsklep
Toegang tot de lensverschuivingsknop. Zie
projectielens verschuiven" op pagina 18
details.
4. MENU/EXIT
Schakelt het schermmenu (OSD) in en uit.
Gaat terug naar eerdere OSD-menu's, verlaat
het OSD-menu en bewaart alle gemaakte
veranderingen in het schermmenu (OSD).
5.
ENERGIE
I
I
Heeft dezelfde functie als de ENERGIE op de
afstandsbediening.
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt hem in.
6.
/ links
Verlaagt de waarde van hotizontale keystone.
Beweegt naar het linkeritem als het
OSD-scherm is geactiveerd.
7. MODE/ENTER
Als het OSD-scherm is uitgeschakeld,
selecteert dit opeenvolgende vooraf ingestelde
beeldinstellingen voor elke ingang.
Als de OSD is ingeschakeld, wordt het
geselecteerde OSD-menu-item geactiveerd.
8. BLANK
9
Hiermee kunt u het geprojecteerde beeld
10
verbergen.
11
9. POWER-indicator
12
Brandt of knippert als de projector wordt
13
gebruikt.
14
10. TEMP (waarschuwingslampje
15
temperatuur)
16
Licht op of knippert als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
11. LAMP-indicator
Brandt of knippert als er een probleem is met
de lamp van de projector.
12. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld bij een pc-ingang.
13.
/ omhoog
Verhoogt de waarde van verticale keystone.
Beweegt naar het bovenste item als het
"De
OSD-scherm is geactiveerd.
voor
14.
/
rechts
Verhoogt de waarde van hotizontale keystone.
Beweegt naar het linkeritem als het
OSD-scherm is geactiveerd.
15. SOURCE
Schakelt naar de volgende ingang.
16. / omlaag
Verlaagt de waarde van verticale keystone.
Beweegt naar het volgende item als het
OSD-scherm is geactiveerd.
11
Overzicht