Ontvangst van de buitenwaarden
Na het plaatsen van de batterijen worden de meetgegevens van de zenders naar het basisapparaat gestuurd.
y
Het basisapparaat probeert de buitenwaarden van de zenders te ontvangen. De ontvangstsymbolen voor de
y
thermo-hygro-zender (Fig.1-C7),de windmeter (Fig.1-E1) en de regenzender (Fig.1-D1) knipperen.
Zodra het basisapparaat de buitenwaarden heeft ontvangen, klinken er pieptonen en worden de waarden
y
permanent weergegeven.
y
De buitentemperatuur en de luchtvochtigheid verschijnen op het display (Fig.1-C3+C4).
De neerslaghoeveelheid (eerst 0.0 mm) (Fig.1-D5) en de windsnelheid (eerst 0.0 km/h) (Fig.1-E5) verschij-
y
nen op het display. Om de waarden te simuleren, kunt u de wip (Fig.3-E) of het windmolen bewegen (Fig.4-A)
(zendinterval regenmeter: 90 seconden, windmeter: 31 seconden).
Worden de buitenwaarden binnen 3 minuten niet ontvangen, verschijnt „- -" op het display. Test de batterijen
y
en begin opnieuw. Verwijder eventuele stoorbronnen.
U kunt de buitenzenderzoeker op een later tijdstip ook handmatig starten (bijv. bij verlies van het
y
buitenzendersignaal of na een batterijwissel):
y
Houdt de CHANNEL toets (Fig.1-N) f3 seconden ingedrukt, om de thermo-hygro-zender te zoeken.
Druk op de TX toets (Fig.2-F) in het batterijvak van de zender (Fig.2-H).
y
Houdt de RAIN toets (Fig.1-G) 3 seconden ingedrukt, om de regenmeter te zoeken.
Houdt de WIND toets (Fig.1-H) 3 seconden ingedrukt, om de windmeter te zoeken.
y
U hoort een signaal. De geregistreerde zender wordt gewist. Het ontvangstsymbool voor de buitenzender
y
knippert en het basisapparaat probeert de buitenwaarden van de zenders te ontvangen.
Ontvangst van de zendergestuurde tijd
y
Na de ontvangst van de buitenwaarden, probeert de klok nu het tijdsignaal te ontvangen en het
DCF-ontvangstsymbool knippert (Fig.1-B1).
y
Als na 3-10 minuten de ontvangst succesvol is, verschijnt de zendergestuurde tijd en het
DCF-ontvangstsymbool permanent op het display.
Het DCF-signaal wordt dagelijks om 1:00 en 2:00 uur 's morgens ontvangen. Is de ontvangst niet geslaagd,
y
probeert de klok om 3:00, 4:00 en 5:00 uur een signaal te krijgen.
U kunt de DCF-ontvangst ook handmatig starten. Druk op de SET toets (Fig.1-M).
y
Het DCF-radiosignaal-symbool knippert
y
Er zijn drie verschillende ontvangstsymbolen:
knippert:
y
y
blijft staan:
geen symbool:
y
Als de zendergestuurde klok geen DCF-signaal ontvangt (wegens storingen, afstand, enz.), kunt u de tijd
y
ook handmatig instellen.
De klok werkt dan als een gewone kwartsklok (zie: "Handmatige instellingen").
y
Aanwijzing voor de ontvangst van de zendergestuurde tijd
y
De tijd wordt verzonden vanuit een atoomklok bij Frankfurt am Main door een DCF-77 (77,5 kHz) frequentie-
signaal met een bereik van ca. 1.500 km. Uw zendergestuurde klok ontvangt dit signaal en zet het om in de
precieze tijd. Zelfs de overgang van zomer- naar wintertijd gebeurt automatisch.
's Nachts zijn er over het algemeen minder atmosferische storingen. Eén enkel ontvangst per dag is voldoende
y
om de tijdsafwijking onder 1 seconde te houden. In extreme gevallen is het aan te bevelen, het toestel dichter
bij het raam te zetten.
Bediening
y
Tijdens de bediening worden alle succesvolle instellingen met een signaal bevestigd. Voorwaarde: de toet-
stoon is ingeschakeld in de instelmodus (standaardinstelling BEEP ON).
y
Het apparaat verlaat automatisch de instelmodus, als er langer dan 10 seconden geen toets wordt ingedrukt.
Druk op de SET toets (Fig.1-O) om de instelmodus te verlaten.
y
Houdt de + of - toets (Fig.1-K+L) toets in de instelmodus ingedrukt en u komt in de snelloop.
y
Handmatige instellingen
Druk op de SET toets (Fig.1-M) en houdt deze drie seconden ingedrukt, om in de instelmodus te komen.
y
y
Beep ON (standaardinstelling) knippert op het display. Met de + of - toets (Fig.1-K+L) kunt u de toetstoon
deactiveren (OFF) en weer activeren.
y
Bevestig met de SET toets.
y
De volgende instelbare waarde knippert op het display.
ontvangst is actief
ontvangst is goed
geen ontvangst
52
y
Gebruik de + of - knop om de gewenste instelling te bepalen.
Druk op de SET toets om de instelling te bevestigen en naar de volgende waarde te gaan.
y
De volgorde is als volgt:
y
y
Toetstoon ON/OFF (standardinstelling: BEEP ON)
DCF-ontvangst ON/OFF (standardinstelling: DCF ON)
y
y
Tijdzone +12/-12 (standaardinstelling: 0H)
y
Uur, minuut (Fig.1-B2)
Jaar, maand, dag (Fig.1-B3)
y
y
Instelling van de relatieve luchtdruk (standaardinstelling 1013 hPa) (Fig.1-F2)
Eenheid van de windsnelheid (km/h (standaardinstelling), m/s of bft) (Fig.1-E5)
y
Weergave gemiddelde windsnelheid (AVG 10, standaard) of maximale
y
windsnelheid (TOP 1HR) (Fig.1-E6)
Overheersende windrichting als kompasrichting (standardinstelling) of graad (Fig.1-E4)
y
y
Taalinstelling voor de weekdagen (standaardinstelling: GER) (Fig.1-B3)
DCF-ontvangst
y
Normaal is de standaard DCF-ontvangst ingeschakeld (DCF ON) en na succesvol ontvangst van het
DCF-signaal is een handmatige tijdinstelling niet nodig.
y
Nadat u de ontvangst gedeactiveerd heeft (DCF OFF), moet u de tijd handmatig instellen.
y
Bij geactiveerde DCF-ontvangst wordt de handmatig ingestelde tijd overschreven als de ontvangst succesvol is.
Instelling van de tijdzone
In de instelmodus kunt de tijdzone corrigeren.
y
y
Een correctie van de tijdzone is vereist wanneer het DCF-signaal wel kan worden ontvangen, maar de tijdzone
van de DCF-tijd afwijkt (bijvoorbeeld, +1 = één uur later).
Instelling van de luchtdruk
De relatieve luchtdruk (Fig.1-F2) geldt voor het zeeniveau en moet voor de specifieke hoogte van uw
y
woonplaats worden ingesteld. Informeer u over de actuele luchtdruk in uw omgeving (meteorologisch
instituut, internet, opticien, geijkte weerstations aan openbare gebouwen, luchthaven).
Taalinstelling voor de weekdagen
In de instelmodus kunt u de taalkeuze voor de weekdag maken:
y
y
Duits (GER), Engels (ENG), Frans (FRE), Italiaans (ITA), Nederlands (DUT), Spaans (SPA),
Zweeds (SWE) en Tsjechisch (CZE).
Temperatuur en luchtvochtigheid
Trendpijlen
y
De trendpijlen (Fig.1-A4+C8) geven aan of de waarden voor temperatuur en luchtvochtigheid en luchtdruk in
de laatste 15 minuten stijgen, dalen of gelijk blijven.
Temperatuur/luchtvochtigheid stijgt
Temperatuur/vochtigheid stabiel (verandering < 0,5°C/2%)
Temperatuur/luchtvochtigheid daalt
Maximum- en minimumwaarden
y
Druk meermaals op de TEMP toets (Fig.1-J) in normale modus.
Op het display worden de maximum (HI) en minimum (LO) (Fig.1-A3+C5) ) waarden sinds de laatste reset
y
weergegeven, met aanduiding van opslagtijd en -datum.
y
De volgorde is als volgt: Binnentemperatuur (HI/LO), binnenluchtvochtigheid (HI/LO), buitentemperatuur
(HI/LO), buitenluchtvochtigheid (HI/LO).
y
Indien u meer dan een thermo-hygro-zender heeft aangesloten, verschijnen de maximum- en
minimumwaarden voor extra kanalen.
Druk nog eens op de TEMP toets om het display met de actuele waarden te verkrijgen.
y
y
Het apparaat verlaat automatisch de MAX/MIN modus, als er geen toets wordt ingedrukt.
Wanneer op het display de maximum- of minimumwaarden verschijnen, kunt u de - toets (Fig.1-L) voor 3
y
seconden ingedrukt houden om de betreffende waarden terug te zetten (display - -).
53