Met EPDM-zitting
van de afb laasklep
Deze tabel maakt geen aanspraak op volledigheid. Neem bij vragen of onduidelijkheden contact op met
de fabrikant.
Er zijn één- of tweetraps fl esdrukregelaars met metalen membraan in 6-poorts uitvoering. Vervaardigd en
goedgekeurd volgens ISO7291 inclusief zuurstof-burnout-test (zie tabel paragraaf 1.2). De fl esdrukregelaar
bestaat uit een drukregelaarshuis, inlaat- en uitlaatdrukmeters, een fl esaansluiting en een afb laasklep. Het is
verkrijgbaar met verschillende aansluitwartels en/of met verschillende extra componenten zoals bijv.
•
Afsluitklep aan de uitgang (A)
•
Regelklep aan de uitgang (B)
•
Spoelklep aan de ingang en afsluitklep aan de uitgang (P)
•
Spoelklep aan de uitgang (DP)
•
Spoelklep vreemd gas bij de ingang (TP).
•
Spoelklep vreemd gas aan de ingang en afsluitklep aan de uitgang (TPA), alleen in de roestvrijstalen
uitvoering.
•
Spoelklep vreemd gas aan de ingang en regelklep aan de uitgang (TPB), alleen in de roestvrijstalen uit-
voering.
•
Drievoudige spoelblok bij de ingang (EP), alleen in de roestvrijstalen uitvoering
•
Drievoudige spoelblok bij de ingang en afsluitklep aan de uitgang (EPA), alleen in de roestvrijstalen uit-
voering
•
Drievoudige spoelblok bij de ingang en regelklep aan de uitgang (EPB), alleen in de roestvrijstalen uitvoer-
ing verkrijgbaar.
De uitvoeringen C200/1 TP, C200/1 TPA, C200/1 TPB, C200/2 TP, C200/2 TPA en C200/2 TPB laten toe de
drukregelaar te spoelen met vreemd gas. De uitvoeringen C200/1 EP, C200/1 EPA en C200/1 EPB laten toe
de drukregelaar te spoelen met het drievoudige spoelblok. Ze zijn daarom bijzonder geschikt voor corro-
sieve en giftige gassen.
Drukregelaars met ontluchtingsmogelijkheid maken het mogelijk de klep te drogen of van vochtige atmosfer-
ische lucht die in de drukregelaar kan zijn terechtgekomen vóór de inbedrijfstelling of tijdens in een cilinder
voor de inbedrijfstelling of bij het wisselen van cilinders. Met behulp van een drievoudig spoelblok of een
externe gaszuiveringsklep kan drukregelaar worden ontdaan van giftige, corrosieve of zelfontbrandende
gassen voordat hij buiten bedrijf wordt gesteld.
•
Bruikbare gassen
(inclusief mengsels daarvan):
•
High Purity
•
Inert
•
Brandbaar
•
Brandbevorderend
•
CO2, N2O
•
Gassen die NIET kunnen
worden gebruikt
(inclusief mengels daarvan):
•
Bijtend
•
Giftig
•
O2 (Aandeel groter dan 21%)
•
Koolwaterstoff en
269/526
•
Bruikbare gassen
(inclusief mengsels daarvan):
•
High Purity
•
Inert
•
Brandbaar
•
Brandbevorderend
•
Bijtend(Bij onduidelijkheid
ons raadplegen)
•
Giftig (Bij onduidelijkheid
ons raadplegen)
•
CO2, N2O
•
NH3, SO2, H2S
•
Gassen die NIET kunnen
worden gebruikt
(inclusief mengels daarvan):
•
O2
(Aandeel groter dan 21%)
•
Koolwaterstoff en
NL