Sluit de DMX-kabel van het laatste toestel aan op een terminator. Soldeer een weerstand van 120 in de 3-pin XLR
plug tussen pin 2 en 3. Steek deze plug dan in de DMX-uitgang van het laatste toestel.
b) Aansluiting op het lichtnet
Koppel het toestel op het lichtnet aan de hand van de voedingskabel. De bezetting van de kabels is als volgt: bruin
(onder spanning L), blauw (neutraal N), geel/groen (aarde). De aarde moet aangesloten zijn! Koppelt u het toestel
onmiddellijk op het lichtnet, voorzie dan een ontkoppelingsschakelaar met een minimale opening van 3mm aan elke
pool in de elektrische installatie.
6. Gebruik
Na de aansluiting start uw VDP150MH6N. Tijdens de terugstelprocedure worden de motoren afgesteld. Het toestel
staat nu klaar om gebruikt te worden. Draai aan de schroef naast de lens om de focussering bij te regelen zodat u
een scherp beeld verkrijgt.
a) Display- en functieknoppen
Druk op de FUNCTION-knop en selecteer functie 1 tot 4.
Functie
Omkering pan
F1
Keer de panbeweging om.
Omkering tilt
F2
Keer de tiltbeweging om.
16-bitbediening
F3
Herleid de projector naar 16 bits.
Demogebruik
F4
Gebruik het toestel zonder controller in
standalonemodus.
b) DMX-gestuurde bediening
U kan de projectoren via uw DMX-controller aansturen. Elk DMX-kanaal heeft een verschillende bezetting met
verschillende eigenschappen.
Het bedieningspaneel laat u toe het DMX-adres in te geven, bepaald als het eerste kanaal waaruit het toestel de
controller zal antwoorden. Zorg dat u geen kanalen dubbel gebruikt zodat u elke VDP150MH6N op een correcte
manier kan bedienen, onafhankelijk van het volgende toestel in de DMX-keten. Geeft u twee, drie of meer toestellen
eenzelfde adres in, dan zullen die toestellen identiek functioneren. Om een adres in te geven, druk op MODE tot "d"
op de display verschijnt. Kies het gewenste adres aan de hand van de UP- en DOWN-knoppen.
Na alle toestellen geadresseerd te hebben, kan u ze via uw controller aansturen.
OPMERKINGEN:
Schakel uw toestel in. De VDP150MH6N detecteert automatisch wanneer er wel dan niet DMX512-data is
doorgegeven. Heeft het toestel de data ontvangen, dan zal het controlelampje flitsen. Heeft het toestel geen data
ontvangen, dan licht het controlelampje gewoon op. Dit kan voorvallen indien:
- de 3-pin XLR plug (de kabel met het DMX-signaal van de controller) niet op de ingang van de VDP150MH6N
aangesloten is
VDP150MH6N
Omschrijving
• Druk FUNCTION en kies F1.
• Druk UP en kies Y of N indien u deze
functie wel dan niet wenst te selecteren.
• Druk FUNCTION en kies F2.
• Druk UP en kies Y of N indien u deze
functie wel dan niet wenst te selecteren.
• Druk FUNCTION en kies F3.
• Druk UP en kies Y of N indien u deze
functie wel dan niet wenst te selecteren.
• Druk FUNCTION en kies F4.
• Druk UP en kies Y of N indien u deze
functie wel dan niet wenst te selecteren.
10
Gebruik
VELLEMAN