1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur
uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels
die op de computer zijn aangesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 14.
3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4. Zoek de geheugenaansluitingen op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina
10.
5. Verwijder alle onderdelen en ontkoppel alle kabels die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen
te komen.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de aanwezige module,
zoals hieronder te zien is.
Figuur 12. De geheugenmodule verwijderen
• Installeert u een nieuwe geheugenmodule, open dan de klemmetjes van de geheugenaansluiting
waarin u de nieuwe geheugenmodule wilt installeren.
Figuur 13. De klemmetjes van de geheugenmodule openen
20
ThinkCentre Handboek voor de gebruiker