A
Voorbeeld: 80°
A
Controle van het kalibreren
Het nivelleerapparaat OLS 26 is geconstrueerd voor gebruik op bouwplaatsen. Bij
het verlaten van de fabriek is het apparaat helemaal juist afgesteld. Zoals bij elk
precisieinstrument dient het kalibreren echter regelmatig te worden gecontroleerd.
Voor elk nieuw begin van de werkzaamheden, zeker wanneer het apparaat aan
veel trillingen is blootgesteld, dient dit te worden gecontroleerd.
A
Voorbeeld:
2,218 m
A1
Hoekmeting
B
1. Stel het nivelleerapparaat met behulp van
het peillood exact boven het hoekpunt
2. Richt het nivelleerapparaat op punt A.
3. Stel de horizontale gradenring op „0" in.
4. Richt het nivelleerapparaat op punt B.
5. Lees nu de horizontale hoek tussen punt A
en punt B af op de horizontale gradenring.
B
B
1. Plaats het nivelleerapparaat in het mid-
1,950 m
2. Richt het nivelleerapparaat op
B1
3. Richt het nivelleerapparaat op
∆h1
Hoogteverschil van de meetpunten:
Voorbeeld:
Doellijn controleren:
den tussen twee nivelleerlatten (afstand
ca. 30 m) en horizonteer het vervolgens.
meetpunt A. Lees vervolgens bij
het meetpunt de waarde A1 af.
meetpunt B. Lees vervolgens bij
het meetpunt de waarde B1 af.
∆h1 = 2,218 m - 1,950 m = 0,268 m
∆h1 = A1-B1