Werken met het nivelleerapparaat
A
Voorbeeld:
2,218 m
A1
1
2
A
A1
Afstandmeting
∆h [cm ]
x 100 = L [m ]
1
2
1,950 m
Voorbeeld:
2,57 m
∆h = 24 cm
2,33 m
Hoogtemeting
B
1. Plaats het nivelleerapparaat zo veel
mogelijk in het midden tussen twee
meetpunten en horizonteer het
vervolgens.
2. Richt het nivelleerapparaat op
meetpunt A. Lees vervolgens bij
het meetpunt de waarde A1 af.
3. Richt het nivelleerapparaat op
meetpunt B. Lees vervolgens bij
het meetpunt de waarde B1 af.
B
Voorbeeld:
∆h = 2,218 m - 1,950 m = 0,268 m
B1
∆h
24 cm x 100 = 24 m = L
∆h = A1-B1
25
24
L