5. Transport, omgeving
5.1 Transport van de machine
Het nettogewicht van de machine bedraagt 16 kg. Zorg ervoor dat het volledige gewicht van de machine wordt
ondersteund bij verplaatsen of transport. Het wordt aangeraden om de machine te verplaatsen met behulp van
bijv. een hijsinstallatie, vorkheftruck, enz.
5.2 Minimumeisen voor de werkomgeving
De verlichting van de machine en werkplaats moeten voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
De minimaal toegestane lichtsterkte bedraagt 300 Lux.
5.3 Gebruik
"Start": Plaats de schakelaar in stand "|".
"Stop": Plaats de schakelaar in stand "O".
5.4 Geluidsniveau
Het geluidsniveau van de machine bedraagt ca. 80 dB (A). Onder uitzonderlijke omstandigheden of bij
verkeerd gebruik van de machine kan dit hoger uitvallen. Draag, indien noodzakelijk, gehoorbescherming.
5.5 Overbelastingsbeveiliging
Bij deze machine moet de beveiliging gereset worden. Ga daartoe als volgt te werk:
-
Kantel de machine en verwijder de bodemplaat zodat u bij de thermische relais kunt.
-
Druk op de resetknop en monteer de bodemplaat weer.
-
Na een afkoelperiode van enkele minuten, zal de motor weer kunnen starten.
6. Aansluiten op de stroomtoevoer
6.1 Elektrische aansluiting
Waarschuwing
De machine moet worden aangesloten door een erkend elektromonteur.
Het aansluiten op de stroomtoevoer, het loskoppelen en de aarding, gebeurt door middel van de stekker van
het netsnoer. Deze stekker mag vanwege de veiligheid niet worden vervangen door een ander type stekker.
Om beschadiging van de machine te voorkomen, wordt aangeraden deze te voorzien van een 16A-zekering.
De totale lengte van de bedrading tussen zekering en een aansluitklem mag niet langer zijn dan 1,5 meter.
Controleer voor het aansluiten of de elektrische specificaties (voltage, frequentie en aantal fasen) van de
machine en het net overeenkomen. Raadpleeg eerst de gegevens van de machine.
6.2 Loskoppelen van de stroomtoevoer
Het afsluiten van de stroomtoevoer moet gebeuren via een handbediend mechanisme (om storingen van
automatische mechanismen uit te sluiten).
Zorg ervoor dat de machine spanningsloos is, alvorens onderhoudswerkzaamheden, reparaties e.d. uit te
voeren, of als de machine langere tijd niet wordt gebruikt.
6.3 Aarding
De machine dient te worden geaard door de geelgroene draad van de aansluitkabel te verbinden met de
aarde van de stroomtoevoer. De machine moet altijd worden aangesloten op de aarde alvorens deze op de
stroomtoevoer aan te sluiten.
All manuals and user guides at all-guides.com
-6-