ventieleilanden IM10
7
Montage
7.1 Algemeen
Voor de mechanische montage alsmede de persluchtaansluiting dienen tevens de aanwijzin-
gen in de catalogus en de gebruiksaanwijzing van de desbetreffende pneumatische eenheid
in acht te worden genomen.
De montage moet altijd zodanig worden verricht, dat de geldende voorschriften worden
nageleefd en het ventieleiland IM10 zonder mechanische belasting is ingebouwd. Alle
aansluitingen en bedieningsonderdelen moeten bereikbaar zijn en het typeplaatje moet
gelezen kunnen worden.
Bronnen van gevaar die tussen producten van Parker-Origa en installaties van de klant
ontstaan, dienen door de exploitant uit de weg te worden geruimd of te worden beveiligd.
7.2 Mechanisch
Bevestig het ventieleiland IM10 alleen middels de gaten in de RPS-lijst (basisplaat).
Gebruik bij montage op DIN-rails klembevestigingen (als accessoire leverbaar).
7.3 Pneumatische aansluiting
• Persluchtaanvoer aan voorzijde op RPS-lijst op aansluiting 1 in het midden.
• Luchtafvoer aan voorzijde op RPS-lijst op aansluitingen 3 en 5 aan de zijkant.
• Scheiding van de toevoer- en afvoerkanalen in een of meer drukgebieden met kan-
aalscheider is mogelijk (als accessoire leverbaar).
• Aansluiting van de ventieluitgangen 2 en 4 naar boven.
Gebruik leidingen en schroefkoppelingen met een doorsnede die voldoende is voor het
grootst voorkomende luchtverbruik.
Is de doorsnede van de luchtaanvoer aan de voorzijde niet voldoende, gebruik dan een
tussenliggende extra luchtaansluiting.
Pneumatische aansluiting ventieleiland IM10
6