Rendamax
q Automatischbedrijf
Tijdens de geprogrammeerde verwarmingsperiodes worden de verwarmingsgroepen op de bere-
kende temperatuur geregeld. Buiten deze verwarmingsperiodes word op de nachtverlagingstem-
peratuur geregeld. Alleen in deze bedrijfsmodus, zijn aangesloten afstandbedieningen en bedie-
ningsmodules (BM's) actief.
D Normaalbedrijf
De verwarmingsgroepen worden voortdurend op de ingestelde temperatuur geregeld. Gedurende
het verwarmingsprogramma van het tapwater wordt de ketel op de gewenste waarde voor het
tapwater geregeld.
B Nachtbedrijf
De verwarmingsgroepen worden voortdurend op de ingestelde nachtverlagingstemperatuur gere-
geld. De tapwaterbereiding blijft in deze modus actief.
t Zomerbedrijf (tapwaterbedrijf)
Alleen de tapwaterbereiding en de vorstbeveiliging zijn actief. De rest van de installatie bevind
zich in de standby-toestand
W Servicebedrijf
In deze modus zijn alle pompen en ketels ingeschakeld en worden de menggroepen openge-
stuurd.
x Handbedrijf (noodbedrijf d.m.v. schakelaar hand/auto)
Alle pompen zijn ingescha keld. De menggroepen worden niet aan gestuurd, dit moet dus even-
tueel met de hand gebeuren. Alle pompen en ketels worden ingeschakeld, de menggroepen zijn
alleen met handbediening open te sturen.
Programmering
Instellingen
Door het openen van de voorklep gaat de E6 regelaar automatisch op info- en programmeermo-
dus over.
Alle gegevens worden volgens het zelfde principe ingevoerd:
1. Klep aan de voorkant van de rege laar openen > de regelaar gaat op INFO modus over. De
pijl (beneden) wijst naar de eerste basisfunctie (ruimtetemperatuur 1) P1.
2. Met de draaikeuzeschakelaar [ wordt de gewenste basisfunctie gekozen. De basisfunc-
ties omvatten instelbare parameters of verdere bedienings niveau's.
3. De gekozen basisfunctie wordt met de programmeringstoets ] geacti veerd.
4. Als de programmeringstoets ] wordt ingedrukt om een lager bedieningsniveau te be -
reiken: verder met punt 2!
5. Als de programmeringstoets ] wordt ingedrukt om een andere waarde in te stellen, gaat
de regelaar op programmeer modus over (het rode lampje / pro grammeringsindicator licht
op).
6. Met de draaikeuzeschakelaar [ kan de inge stelde waarde worden gewijzigd.
7. De programmeringstoets ] opnieuw indrukken, de nieuwe waarde is het geheugen
opgeslagen.
8. Als de klep voor het indrukken van programmeringstoets wordt gesloten, is de pro-
grammeringsmodus ten einde. De regelaar toont dan het standaard display (keteltempera-
tuur en tijd). De gewijzigde waarde wordt niet in het geheugen opgeslagen.
Door een druk op de programmeringstoets bij keuze van de functie 'TERUG' (> 'End') wordt het
y
volgende, ho gere bedieningsniveau opgeroepen.
Doc342/E601C
3