Rendamax
Elk verwarmingsprogramma bestaat uit drie verwarmingsperioden per dag voor iedere dag van
de week. De verwarmingspe riodes worden gedefi niëerd door schakeltijdparen bestaande uit een
inschakeltijd en een uitschakeltijd. Er kunnen dus twee verschillende verwarmingsprogramma's
worden vastgelegd (vakantie/werk tijd, vroege/late dienst). De keuze van het actuele verwar-
mingsprogramma's gebeurt d.m.v. de parameters 03 en 06 op het niveau van verwarmingspro-
gramma. Bovendien kan er een verwarmingsprogramma t.b.v. tapwaterproductie (07) en een
tijdprogramma voor het activeren van de tapwater-circulatiepomp (08) worden geprogrammeerd.
Bovendien kan de tapwater-circulatiepomp via parameter 14 op het niveau Parameters met de
tapwaterbereiding worden gekoppeld.
Verwarmings-optimalisering
Deze functie berekent het tijdstip waarop het verwarmingsproces moet beginnen. Het optimali-
seringsproces zorgt ervoor dat de verwarmde ruimtes op de in schakeltijdstippen van de verwar-
mingsperioden de gewenste tempera tuur hebben bereikt. De berekening kan in afhankelijkheid
van de actuele buitentempera tuur of van de actuele ruimtetempera tuur op het tijdstip der maxi-
male nacht verlaging plaatsvinden. Het optimalise ren gebeurt alleen indien de nachtverlaging van
de verwarmingsgroep minstens 6 uur bedraagt.
Maximale optimaliseringstijd
De maximale optimaliseringstijd kan voor de specifi eke installatie door de gebruiker worden vast-
gelegd (parameter 13).
0 = geen opwarm-optimalisering!
Buitentemperatuurvertraging
De keuze van buitentemperatuurvertra ging is afhankelijk van de constructie van het gebouw. Bij
een zware con structie (dikke muren) dient een lange vertraging te worden gekozen (3 uur), omdat
de buitentemperatuur vertraagt werkt op de ruimtetemperatuur. Bij een lichte constructie dient
de vertraging op 0 uur te worden ingesteld.
Het nalopen van de pompen
Na het uitschakelen lopen de circulatie pompen 5 minuten na wanneer de brander gedurende de
laatste 5 minu ten voor deze uitschakeling ingeschakeld was.
Bescherming tegen blokkering
De regeling verhindert het blokkeren van de pompen door te lange tijden van stilstand. Door de
geïntegreerde be schermingsfunctie worden alle pompen die in de afgelopen 24 uur niet gelopen
hebben, elke dag om 12 uur even (1 minuut) ingeschakeld.
EEPROM-check
Om de 10 minuten wordt automatisch gecontroleerd of de instelwaarden van de regelaar binnen
de aangegeven grenzen liggen. Een eventueel buiten de grenzen liggende waarde wordt door de
standaard waarde vervangen. Het overschrijden van de grenzen wordt door een knipperend w en
het fout nummer 81 aangegeven.
In zo'n geval doet de gebruiker er goed aan om de belangrijke instelwaarden van de regelaar te
controleren. Het waarschuwingsteken verdwijnt na een herstart van het apparaat (RESET).
DCF ontvanger
Op de E6 kan een DCF ontvanger wor den aangesloten. Bij de inbedrijf stelling moet de DCF ont-
vanger zo worden af gesteld dat de ingebouwde LED ge lijkmatig knippert. Na het inschakelen van
de regelaar en elke nacht om 3 uur wordt de klok van de E6 aan de hand van de ontvangen DCF
tijdseinen gelijk gezet.
Telefonische afstandsbediening
De verwarming kan op afstand via een door de telefoon aangestuurd relais worden inge schakeld.
Het relais wordt op klemmen 2 en 3 van stekker I resp. III aan gesloten. Zodra deze klemmen
worden kortgesloten, wordt de verwarming in geschakeld. Nadat deze kortsluiting is opgeheven,
werkt de verwarming weer overeenkomstig het ingestelde ver warmingsprogramma.
18
Doc342/E601C