Solicap M FTI56
LET OP
Hoek materiaalstroom.
‣
Houd rekening met de te verwachten materiaalstroom en de afvoertrechter bij het bepalen
van de montagelocatie of de sondestaaflengte.
LET OP
Afstand tussen sondes.
‣
De minimale afstand van 500 mm (19,7 in) tussen de sondes moet worden aangehouden.
LET OP
Schroefdraadkoppeling voor montage.
‣
De schroefdraadkoppeling moet zo kort mogelijk worden gehouden. Condensatie of
productresten kan optreden in een lange schroefdraadkoppeling en de correcte werking
van de sonde verstoren.
LET OP
Thermische isolatie
‣
Om overschrijding van de toegestane temperatuur van de Solicap M behuizing te
voorkomen moet de externe silowand worden geïsoleerd.
‣
Isoleer de silowand om condensatie te voorkomen en afzettingen in de omgeving van de
schroefdraadkoppeling te verminderen.
Endress+Hauser
Montagevoorwaarden
7