Apps en functies
Zoomfuncties gebruiken
Om in of uit te zoomen tijdens gebruik van de camera aan de achterzijde selecteert u het gewenste
zoompictogram op het voorbeeldscherm.
U kunt ook het gewenste zoomniveau selecteren in de lijst met zoomniveaus die verschijnt wanneer u op
het zoompictogram tikt.
Om de zoom nauwkeuriger af te stellen sleept u het zoompictogram of knijpt u twee vingers samen of
spreid u ze op het voorbeeldscherm.
Als de zoomfactor een bepaalde hoeveelheid overschrijdt, verschijnt er een zoomkaart om aan te geven
waar u op de afbeelding inzoomt.
De scherpstelling (AF) en belichting (AE) vergrendelen
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen dat de
camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het
gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen blijven
vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de opnamestand.
In-/uitzoomen
Zoomkaart
Lijst met zoomniveaus
52