7. Ingebruikname
a) USB-voeding en opladen van USB-apparaten
Zorg ervoor dat de aansluitwaarden van uw mobiele apparaat overeenkomen met de aansluitwaarden
van het product (zie technische gegevens).
Lees altijd de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat.
Sluit de USB-ingangen niet kort.
• Steek de stekker voor de sigarettenaansteker (1) van het product in de sigarettenaanstekerhouder van uw voertuig
met een boordspanning van 12 V/DC. Zodra de zender van stroom wordt voorzien, licht het LCD-display (4) op.
• Als het LCD-display niet oplicht, moet wellicht eerst het contact van het voertuig worden ingeschakeld.
• Steek de USB-stekker van uw aan te sluiten 5V USB-apparaat in een USB-aansluiting van het product (3). U kunt
nog een tweede apparaat aansluiten op de nog vrije USB-aansluiting.
• De belastbaarheid van de twee USB-aansluitingen samen bedraagt max. 2,1 A. De opgenomen stroom van de
aangesloten verbruikers mag deze waarde niet overschrijden.
• Als het product door een storing automatisch uitschakelt, kunt u het resetten. Haal het daartoe eventjes uit de
sigarettenaanstekerhouder, verwijder een eventueel geplaatste SD-kaart en trek alle stekkers (USB en jack) uit
de ingangen. Steek het er opnieuw in - het product is nu gereset en kan weer worden gebruikt. Als het product
oververhit is geraakt, laat het dan eerst afkoelen voordat u het weer in gebruik neemt.
U kunt het product gebruiken als de motor loopt of stationair draait. U mag de motor echter niet starten
als het product aangesloten is, omdat de stroomvoorziening van de boordspanning bij het starten wordt
onderbroken (dit geldt niet voor alle voertuigen). Stroomverbruik gedurende langere tijd terwijl de motor is
uitgeschakeld leidt ertoe dat de accu van het voertuig leeg raakt.
b) Muziek afspelen
U kunt de zender gebruiken voor het afspelen van muziek via de luidsprekers van uw autoradio.
• Steek de stekker voor de sigarettenaansteker (1) in de sigarettenaanstekerhouder van uw voertuig.
• Schuif een passende SD-kaart in de SD-kaartsleuf (2) en/of steek een opslagmedium (bijv. USB-stick) in een
USB-aansluiting.
• Sluit een extern audioapparaat, zoals een draagbare CD-speler met analoge uitgang, aan op de 3,5 mm audio-
ingang. Gebruik daarvoor de meegeleverde 3,5 mm klinkkabel.
• Sluit eventueel een ander USB-afspeelapparaat (bijv. mobiel apparaat) aan op een USB-aansluiting. U kunt voor
het afspelen van compatibele audiobestanden altijd een van de drie ingangsbronnen gebruiken. Het afspelen van
compatibele audiobestanden begint vanzelf zodra er een apparaat wordt herkend.
• Om te wisselen selecteert u de nieuwe te gebruiken audiosignaalbron. Houd de toets Afspelen/Pauze (7) ingedrukt
om over te schakelen tussen USB-opslagmedium, micro-SD-kaart en analoge audio-ingang.
• Kies een geschikte radiofrequentie op uw autoradio (bij voorkeur een frequentie waarop in het gebied waarin u zich
op dat moment bevindt geen sterke radiozender wordt uitgezonden). Stel op de zender als zendfrequentie precies
dezelfde frequentie in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw autoradio voor vragen over de bediening ervan.
All manuals and user guides at all-guides.com
35