BEDIENING
functies en bediening van de oven
Oven met gestuurde luchtcirculatie
(met ventilator)
De oven kan verwarmd worden met behulp
van een verwarmingselement bovenaan en
onderaan en een grillelement (als dat er is).
De oven kan bediend worden met behulp van
de draaiknop voor de functie van de oven -
draai de draaiknop naar de gewenste functie
om de oven in te stellen – en met behulp
van de draaiknop van de temperatuurrege-
laar – draai de draaiknop naar de gewenste
temperatuur om de oven in te stellen
De oven kan uitgeschakeld worden door
beide draaiknoppen in de stand ""/"0"
te plaatsen.
Opgelet!
Als er een functie van de oven inge-
steld is, wordt de verwarming (van
een verwarmingselement enz.) pas
aangeschakeld als de temperatuur
ingesteld is.
0
Nulstand
Onafhankelijke verlichting van de
oven
Door de draaiknop in deze stand te
plaatsen wordt de binnenkant van de
oven verlicht.
Verwarmingselement onderaan en
bovenaan aangeschakeld
Door de draaiknop in deze stand te
plaatsen wordt de oven op conven-
tionele wijze verwarmd. Ideaal om
taarten, vlees, vis, brood, pizza (vo-
orverwarmen en gebruik van donkere
bakplaten vereist) te bakken en om op
één niveau te bakken.
Ventilator en verwarmingselement
onderaan en bovenaan aange-
schakeld
Bij deze stand van de draaiknop voert
de oven de functie gebak uit. Conven-
tionele oven met ventilator (functie
aangeraden voor gebak).
Bij het gebruik van de functie
alleen de ventilator als de temperatu-
urregelaar op nulstand staat. In deze
stand kunnen gerechten of de oven
gekoeld worden
Grill aangeschakeld
Oppervlakkig "grillen" wordt toegepast
om kleine porties vlees te braden: ste-
aks, schnitzels, vis, toasts, worstjes,
ovenschotels te grillen (het gegrilde
gerecht mag niet dikker dan 2-3 cm
zijn, tijdens het bakken moet het
omgedraaid worden).
57
werkt