Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilatie in-
en uitschakelen.
Toets
indrukken.
A
Verzadigingssignaal
Bij verzadiging van de filter treden de volgende signalen
op:
Het symbool
verschijnt op het display: metalen
ª
■
vetfilter reinigen
Het symbool
verschijnt op het display en er klinkt
'
■
een signaal: Actieve koolfilter vervangen
zie het extra blad CleanAir luchtcirculatiemodule of het
hoofdstuk~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 37
Verzadigingssignaal terugzetten
Met het uitschakelen van de ventilator wordt ook het
signaal uitgeschakeld.
Uiterlijk op dit moment dienen de betreffende filters te
worden gereinigd.
Apparaat instellen op gebruik met circulatielucht
Apparaat uitschakelen.
1.
Druk tegelijkertijd de toetsen
2.
bedieningspaneel tot de indicatie
toetsen vervolgens loslaten.
De indicatie
verdwijnt na korte tijd. De elektronische
'
regeling is weer ingesteld op luchtcirculatie.
Apparaat instellen op gebruik met afvoerlucht
De standaardinstelling is luchtafvoer.
Aanwijzing:
Apparaat uitschakelen.
1.
Druk tegelijkertijd de toetsen
2.
bedieningspaneel tot de indicatie
toetsen vervolgens loslaten.
De indicatie
verdwijnt na korte tijd. De elektronische
ª
regeling is weer op luchtafvoer ingesteld.
en
in op het
$
*
verlicht is. De
'
$
en
*
in op het
verlicht is. De
ª
2Reinigen en onderhouden
:
Waarschuwing – Verbrandingsgevaar!
h o u d e n
R e i n i g e n e n o n d e r
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het
voor de reiniging afkoelen.
:
Waarschuwing – Gevaar van een elektrische
schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Het
toestel alleen met een vochtige doek schoonmaken.
Vóór het reinigen de netstekker uit het stopcontact
halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.
:
Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
:
Waarschuwing – Risico van letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Veiligheidshandschoenen dragen.
Schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabel, om te voorkomen dat de
verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Gebruik
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
■
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
■
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Neem alle aanwijzingen en waarschuwingen in acht die
bij de reinigingsmiddelen vermeld worden.
Gebied
Schoonmaakmiddelen
Roestvrij staal
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met
een zachte doek nadrogen.
Roestvrijstalen oppervlakken uitsluitend rein-
gen in de slijprichting.
Bij de servicedienst of in speciaalzaken zijn
speciale onderhoudsmiddelen voor roestvrij
staal verkrijgbaar. Het schoonmaakmiddel
heel dun opbrengen met een zachte doek.
Gelakte oppervlakken Warm zeepsop:
Met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen
en met een zachte doek nadrogen.
Geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal
gebruiken.
Aluminium en kunst-
Glasreiniger:
stof
met een zachte doek schoonmaken.
Reinigen en onderhouden
nl
37
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
