„intrinsiek veilig tegen aarde"
Voor het geval "intrinsiek veilig tegen aarde" levert dit een isolatiespanningswaarde op
van minstens 500 V (in het andere geval dubbele waarde van de nominale
bedrijfsspanning van intrinsiek veilige stroomkringen).
"intrinsiek veilig tegen niet intrinsiek veilig"
Voor het geval "intrinsiek veilig tegen niet intrinsiek veilig" levert dit een
isolatiespanningswaarde op van minstens 1500 V (in het andere geval de dubbele som
van de nominale bedrijfsspanning van intrinsiek veilige stroomkringen plus 1000 V).
Gevaar door niet correct leggen van kabels en leidingen!
Groot risico van kortsluiting.
Leidingen en kabels moeten worden gelegd op een afstand van ten minste
8 mm van leidingen en kabels van andere intrinsiek veilige circuits.
Uitzondering: De aders van de intrinsiek veilige of de aders van de niet
intrinsiek veilige circuits zijn omgeven door een geaard scherm.
Tussen de aansluitpunten van intrinsiek veilige en niet intrinsiek veilige
stroomkringen moet een afstand van 50 mm of een draadmaat rond een
isolerende (1 mm) of geaarde metalen (0,45 mm) scheidingsplaat worden
gepland.
Tussen de aansluitpunten van intrinsiek veilige en niet intrinsiek veilige
stroomcircuits moet in een scheidingsplaat, die tot 1,5 mm tot de wand van
de behuizing reikt, worden voorzien.
Aansluitblokken in de behuizing van de Ex-"e"-aansluitruimte
Het keuringsdocument van de klemmen in acht nemen.
Per klempunt mag slechts één kabel worden geklemd. Bruggen mogen
uitsluitend met de explosieveilige originele Ex-accessoires worden gemaakt.
Installeer de benodigde scheidingswanden indien nodig.
Gebruik indien nodig adereindhulzen of kabelschoenen als
splijtbescherming.
De diameter van de splijtbescherming moet overeenkomen met de
kabeldiameter.
Uitwendige bedrading
Leid de aansluitleidingen met de volledige uitwendige isolatie door de kabelinvoeren naar
de aansluitruimte.
Waarborg daarbij dat de kabeldiameter met de klemmendoorsnede op de kabelinvoer
overeenkomt.
Draai de zeskantmoeren van de kabelinvoer zodanig vast aan, dat de dichtheid van de
aansluitruimte en de trekontlastingsbescherming van de aansluitlocaties zijn
gewaarborgd.
U kunt de aandraaimomenten uit de gebruikershandleiding van de componenten halen.
Leg de aansluitkabels in de aansluitruimte zo dat:
- de voor de betreffende kabeldiameter toegestane minimale buigradii niet worden
onderschreden.
- mechanische beschadigingen van de kabelisolatie aan scherpe of beweegbare
metalen delen zijn uitgesloten.
328910 / 826560300260
2022-06-23·BA00·III·nl·11
WAARSCHUWING
Ex-d-behuizing van lichtmetaal,
Drukbestendige inkapseling
Installatie
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
19