11. Houd u bij het aanzetten van de motor
zorgvuldig aan de voorschriften en houd uw
voeten uit de buurt van maaimes(sen).
12. Zorg ervoor dat u niet voor de afvoeropening
staat als u de motor start.
13. Houd handen en voeten uit de buurt van
draaiende delen. Blijf altijd uit de buurt van de
afvoeropening
14. De maaier mag nooit met draaiende motor
worden opgetild of gedragen.
15. Neem de stekker altijd uit de machine:
als u de maaier onbeheerd achterlaat,
voordat u verstoppingen verwijdert,
voordat u de maaier gaat controleren,
schoonmaken of andere werkzaamheden
gaat uitvoeren,
als u een vreemd voorwerp raakt.
Controleer de machine op beschadigingen
en voer alle benodigde reparaties uit
alvorens hem weer te gebruiken.
als de maaier abnormaal trilt (direct
controleren).
Onderhoud en stalling
1.
Draai alle moeren, bouten en schroeven
regelmatig strak aan, zodat de machine steeds
veilig in gebruik is.
2.
Om brandgevaar te beperken, dient de motor
steeds te worden vrijgemaakt van gras, bladeren
en opgehoopt vuil.
3
3.
Controleer de grasopvangzak regelmatig op
slijtage en beschadigingen.
4.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen ten
behoeve van een veilig gebruik.
5.
Als het netsnoer van de maaier beschadigd is,
moet het door een speciaal snoer of speciale
snoerset, verkrijgbaar bij een erkende Toro
Service Dealer, worden vervangen.
6.
Zorg ervoor dat bij vervanging uitsluitend
messen van het juiste type worden gebruikt.
Geluidsdruk
Deze machine produceert een continu-geluidsdruk
volgens A-norm bij het oor van de bestuurder van:
81 dB(A), op basis van metingen uitgevoerd op
identieke machines volgens ANSI B71.5-1984
procedures.
Geluidsniveau
Deze machine produceert een geluidsniveau van:
96 dB(A)/1 pW, op basis van metingen uitgevoerd op
identieke machines volgens Richtlijn 84/538/EEG en
wijzigingen daarvan.
Trillingsniveau
Deze machine produceert een maximum hand-arm
trillingsniveau van: 4 m/s , op basis van metingen
uitgevoerd op identieke machines volgens ISO 5349
procedures.