!
Veiligheidsinformatie
Deze instructies zijn voor uw veiligheid en om risico op letsel en/of schade te voorkomen.
Alle garanties vervallen indien u deze instructies niet opvolgt.
• Het toestel voldoet aan de normen BS EN 484, EN 30-1 en EN 30-2-1.
• Zorg er vóór de installatie voor dat de plaatselijke distributieomstandigheden (aard van het gas en gasdruk) en de afstelling
van het toestel compatibel zijn. De instelvoorwaarden voor dit toestel staan vermeld op het etiket (of typeplaatje).
• Dit apparaat is niet aangesloten op een afvoersysteem voor verbrandingsproducten. Het moet worden geïnstalleerd en
aangesloten in overeenstemming met de geldende installatievoorschriften. Er moet bijzondere aandacht worden besteed
aan de relevante eisen met betrekking tot ventilatie.
• LET OP: Gastoestellen hebben ventilatie nodig voor efficiënte prestaties en om de veiligheid van gebruikers en andere
personen in de directe omgeving te garanderen. Het gebruik van een gaskooktoestel leidt tot de productie van warmte,
vocht en verbrandingsproducten in de ruimte waarin het is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de kamer goed geventileerd is,
vooral wanneer het apparaat in gebruik is.
• Langdurig intensief gebruik van het apparaat kan extra ventilatie vereisen, bijvoorbeeld het verhogen van de mechanische
ventilatie, waar aanwezig, extra ventilatie om de verbrandingsproducten veilig naar de buitenlucht (externe lucht) te afvoeren,
terwijl ook de lucht in de kamer kan worden ververst met extra ventilatie. Raadpleeg een professional voordat u de extra
ventilatie installeert.
• De ruimte waar dit apparaat wordt gebruikt, moet een raam of een deur hebben die tijdens gebruik kan worden geopend of
gedeeltelijk kan worden geopend. Als er geen raam of deur beschikbaar is voor kamerventilatie, moet er voor uw veiligheid
extra ventilatie worden geïnstalleerd.
• Zorg er na gebruik voor dat de gastoevoer vanuit de gasfles is afgesloten.
• LET OP: Dit apparaat is alleen bedoeld voor kookdoeleinden. Het mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt,
bijvoorbeeld voor het verwarmen van kamers.
• LET OP: TOEGANKELIJKE ONDERDELEN KUNNEN ERG HEET ZIJN. HOUD KLEINE KINDEREN UIT DE BUURT.
• Lees de instructies door voordat het toestel wordt gebruikt.
• Geschikt voor gebruik binnen en buiten.
Montage en gebruik
• Gebruik het apparaat niet als het beschadigde of versleten afdichtingen heeft.
• Gebruik geen toestel dat lekt, beschadigd is of niet goed functioneert.
• Behandel het toestel voorzichtig; niet laten vallen.
• Gebruik het apparaat altijd op een stevige, vlakke ondergrond.
• Zorg ervoor dat het product stabiel is en niet kan wankelen.
• Dit toestel is niet geschikt voor installatie of aansluiting op de hoofdgastoevoer.
• Zorg ervoor dat het toestel gebruikt wordt op afstand van brandbare materialen. Minimale veilige afstanden boven het
toestel - 1,2m, aan de achterkant en zijkanten - 0.6m.
• Bij gebruik van een pan is de minimaal aanbevolen diameter 180 mm en de maximaal aanbevolen diameter 250 mm.De
minimale afmeting bij gebruik van de Percolator houder bedraagt 60 mm.
• Gebruik geen kookoppervlak of pan die groter is dan de aanbevolen maat. Onze kookoppervlakken zijn speciaal ontworpen
om de gasverbranding te laten ontsnappen en het afsluiten van deze ruimte kan de prestaties van dit apparaat beïnvloeden.
• WAARSCHUWING. Gebruik geen kookgerei op het toestel dat de randen ervan overlapt.
• Zorg ervoor dat het apparaat vrij is van spinnenwebben, vuil of stof dat anders de luchtstroom zou belemmeren, wat mogelijk
tot gevaarlijke situaties zou kunnen leiden.
• Wanneer het apparaat buitenshuis wordt gebruikt, moeten windschermen worden geïnstalleerd.
• Wijzig dit apparaat niet, elke wijziging kan gevaarlijk zijn. Gebruik het niet voor iets waarvoor het niet is ontworpen.
• Afgedichte onderdelen mogen niet door de gebruiker worden gewijzigd.
• Het toestel niet tijdens gebruik verplaatsen.
• Laat het toestel nooit zonder toezicht achter wanneer het aangestoken is.
• Tijdens gebruik, zullen delen van het toestel heet worden (vooral de brander). Voorkom het aanraken van hete delen met
blote handen. Het gebruik van een ovenwant wordt aangeraden.
• Zorg ervoor dat alle kookoppervlakken/pandrager correct zijn geplaatst wanneer u het apparaat gebruikt.
Gasslang
• De gasslang en afdichting op de regelaar moeten, voor elk gebruik en voor het aansluiten op de gasfles, gecontroleerd
worden op slijtage of beschadiging.
• Gebruik het apparaat niet als de slang beschadigd of versleten is. Vervang de slang als deze beschadigd is of tekenen heeft
van broosheid of barsten.
• De gasslang niet afknijpen of verdraaien.
• De lengte van de gasslang mag niet korter zijn dan 0.8m en niet langer zijn dan 1,5m.
Gasfles
• Gas wordt via een slang en regelaar aan de unit toegevoerd. De slang en regelaar kunnen worden aangesloten op een
gasfles of een Power Pak, een apparaat waar twee of meer gaspatronen in passen. Let op: slang, regelaar en Power Pak
worden niet meegeleverd met het apparaat.
• PROBEREN OM ANDERE TYPES GASFLESSEN OF GASPATRONEN TE PLAATSEN (GEBRUIKT IN COMBINATIE MET POWER
PAK) KAN GEVAARLIJK ZIJN.
• Dit apparaat mag alleen worden gebruikt met een goedgekeurde slang en regelaar.
• Alleen te gebruiken met een gasfles die niet hoger is dan 500 mm (exclusief de regelaar) en 400 mm breed.
• Zorg ervoor dat de gasfles op een goed geventileerde plaats wordt geplaatst of vervangen, bij voorkeur buitenshuis, uit de
buurt van ontstekingsbronnen zoals open vuur, waakvlammen, elektrische vuren en uit de buurt van andere mensen.
• Houd gasflessen uit de buurt van hitte en vlammen. Niet op een fornuis of een ander heet oppervlak plaatsen.
(FIGUUR 2 EN3)
51
NL