h. De chases weergeven
Manuele modus
1. Het toestel begeeft zich automatisch in de manuele mode wanneer u het inschakelt.
2. Selecteer de chase die u wenst weer te geven door op de overeenkomende chase-knop te
drukken. Drukt u opnieuw op deze knop, dan wordt de selectie van de chase tenietgedaan.
Automatische modus
1. Druk op AUTO / DEL om de AUTO-modus in te schakelen.
2. Selecteer de gewenste chase door op één van de zes CHASE-knoppen te drukken. Drukt u
opnieuw op dezelfde knop, dan wordt de selectie van de chase tenietgedaan.
3. Gebruik de SPEED- en de FADE TIME-schuifknop om de chase naar wens in te stellen.
Muziekgestuurde mode
1. Druk op MUSIC / BANK COPY om de modus in te schakelen.
2. Selecteer de gewenste chase door op de gewenste CHASE-knop te drukken. Dit schakelt de
chase in en laat hem bewegen op het ritme van de muziek.
i. Bestandsoverdracht
Een bestandsoverdracht laat toe alle informatie opgeslagen in uw VDPC174 naar een tweede
VDPC174 te zenden. Koppel de toestellen met 3-pin XLR-kabels als volgt: Koppel de DMX OUT van
het zendtoestel met de DMX IN van het ontvangsttoestel.
Een dump-bestand verzenden
1. Schakel het toestel uit en houd gelijktijdig SCANNER 2 en 3 en SCENE 1 ingedrukt.
2. Schakel het toestel terug in terwijl u de drie knoppen ingedrukt houdt. De LCD geeft
TRANSMIT weer om aan te geven dat het toestel klaar staat om de bestanden te verzenden.
3. Druk gelijktijdig op SCENE 7 en 8 om de bestanden te verzenden.
4. Bij een fout geeft de LCD ERROR weer..
Een dump-bestand ontvangen
1. Schakel het toestel uit en houd gelijktijdig SCANNER 8 en 9 en SCENE 2 ingedrukt.
2. Schakel het toestel terug in terwijl u de drie knoppen ingedrukt houdt. De LCD geeft RECEIVE
weer om aan te geven dat het toestel de bestangen ontvangt.
3. Na het ontvangen van de bestanden keert het toestel automatisch naar de normale modus
terug.
j. Instellen van het MIDI-kanaal
1. Houd MIDI / REC gedurende drie seconden ingedrukt. De LCD het laatste MIDI-kanaal weer.
2. Gebruik UP / DOWN om het DMX-kanaal (01 ~ 16) te selecteren die u naar het MIDI-kanaal
wenst toe te wijzen.
3. Houd MIDI / REC ingedrukt om de instellingen op te slaan. De LEDs knipperen drie maal om
aan te geven dat de opdracht is uitgevoerd.
6. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bvb. het plafond of het gebinte) mogen
niet vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels, aansluitingen niet
verplaatsen etc.)
3. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde
technicus.
4. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
5. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solvent.
6. De gebruiker mag geen onderdelen vervangen.
7. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
V. 02 – 14/06/2018
VDPC174
19
©Velleman nv