De joystick instellen
1. Houd de PROGRAM-knop ingedrukt tot de LED oplicht.
2. Houd gelijktijdig de MODE- en de FINE-knop ingedrukt. De ASSIGN LED zou moeten oplichten.
Wanneer de REVERSE LED oplicht, druk opnieuw op de FINE- en MODE-knop om de ASSIGN-
modus binnen te gaan.
3. Gebruik de UP- en DOWN-knop om de assen te bepalen (pan of tilt).
4. Gebruik de TAP / DISPLAY-knop om de 16- of 8-kanaalsmodus te kiezen.
5. Druk op de knop die met de toe te wijzen scanner overeenstemt.
6. Druk op een scènenummer overeenstemmend met de gewenste schuifknop terwijl u de MODE-
knop ingedrukt houdt (Voorbeeld: Wanneer u de pan met schuifknop 4 bestuurt, houd de
MODE-knop ingedrukt en druk op scèneknop 4#).
7. Druk vervolgens opnieuw gelijktijdig op de MODE- en FINE-knop om de ASSIGN-modus te
verlaten.
c. Scènes
Een scène programmeren
1. Ga de PROGRAM-modus binnen (zie "De PROGRAM-modus inschakelen").
2. Controleer de BLACKOUT-knop en zorg dat de LED niet oplicht. Licht de LED toch op, druk dan
éénmaal op de knop om de BLACKOUT-modus te verlaten.
3. Zorg dat de SPEED- en FADE TIME-schuifknoppen op de nulinstelling staan.
4. Druk op de scannerknop overeenstemmend met het toestel die u wenst te besturen. U kunt
meer dan één scanner tegelijkertijd besturen door op de knoppen te drukken die met de
toestellen overeenkomen.
5. Verplaats de faders en de joystick naar de gewenste positie. Selecteer indien nodig pagina B
om kanalen 9 ~ 16 te besturen.
6. Druk op de UP / DOWN-knop om de bank te selecteren waarin u de scène wenst op te slaan. U
kunt kiezen uit 30 banken. Elke bank kan tot scènes bevatten.
7. Wanneer u alle scanners zoals gewenst zijn ingegeven, druk op de MIDI / REC-knop om de
scène in het geheugen op te slaan.
8. Druk op de scèneknop waarin u de scène wenst op te slaan. Alle LEDs lichten driemaal op. Het
LCD-scherm geeft de bank en de scène weer.
9. Om de scanner(s) te wissen en om naar een andere scanner over te gaan, druk op de
gewenste scannerknop, vink de scanner uit en kies een andere.
10. Herhaal stap 2 tot 7 tot alle scanners geprogrammeerd zijn.
11. Wenst u verder geen andere toestellen meer in te geven, houd de PROGRAM-knop gedurende
een drietal seconden ingedrukt om de PROGRAM-modus te verlaten. De LED dooft.
Voorbeeld hoe een scène te programmeren
1. Schakel de PROGRAM-modus in.
2. Druk op SCANNER 1 zodat de fader ingeschakeld wordt.
3. Zorg dat pagina A geselecteerd staat. Zoniet, druk op PAGE SELECT om pagina A te
selecteren.
4. Plaats de eerste en de tweede fader op hun maximumpositie.
5. Selecteer bank 1 met de UP / DOWN-knoppen.
6. Druk op MIDI / REC.
7. Druk op scène 1 om die op te slaan.
8. Herhaal stap 4 tot 7 tot alle scènes in bank 1 zijn geprogrammeerd.
9. Druk op SCANNER 1 om de fader uit te schakelen.
10. Om te beëindigen, schakel de PROGRAM-modus uit. U kunt nu manueel door uw
programma's bladeren.
Een scène bewerken
1. Schakel de PROGRAM-modus in.
2. Druk op UP / DOWN om de bank die u wenst te bewerken te selecteren.
3. Selecteer de te bewerken scène door de overstemmende knop in te drukken.
4. Gebruik de faders en/of joystick om de scène aan te passen.
5. Druk nadien op de MIDI / REC-knop.
6. Druk op de scèneknop die met de bewerkte scène overeenkomt. De bestaande scène wordt
overschreven.
Zorg dat u dezelfde scène kiest als in stap 3 en 6 om niet over een bestaande scène te schrijven.
V. 02 – 14/06/2018
VDPC174
15
©Velleman nv