Symptoom
Luchtreiniger vuil?
Weinig vermogen,
Onjuist peil in carburateur?
compressie is in orde
Defecte bougie?
en loopt goed.
Onjuiste bougie?
Water in brandstofsysteem?
Weinig vermogen,
compressie is in orde
Vuile bougie?
maar loopt niet goed.
Ontstekingsspoel defect?
Warmtewaarde bougie niet geschikt?
Verkeerd type brandstof?
Motor raakt
Koelribben vuil?
oververhit.
Inlaatlucht beperkt?
Oliepeil te laag of te hoog?
Regelaar fout afgesteld?
Rotatiesnelheid
Veer van de regelaar defect?
schommelt.
Brandstofstroom beperkt?
Terugslagstarter
Terugslagmechanisme verstopt door stof en vuil?
functioneert
slecht. (indien van
Spiraalveer los?
toepassing)
Losse, beschadigde bedrading?
Starter functioneert
Batterij niet genoeg geladen?
slecht.
Starter beschadigd of intern kortgesloten?
Te veel accumulatie van uitlaatproducten?
Verbrandt te veel
brandstof.
Verkeerde bougie?
Smeerolie heeft verkeerde viscositeit?
Uitlaatkleur is
aanhoudend 'wit'.
Versleten ringen?
Luchtreiniger verstopt?
Chokeklep ingesteld in verkeerde positie?
Uitlaatkleur is
aanhoudend 'zwart'.
Defecte carburateur, afdichting op carburateur defect?
Slechte carburateurafstelling, motor verbruikt te veel?
AAN-/UIT-apparaat staat niet op AAN?
Start niet, geen
stroom met sleutel
Batterij niet aangesloten of ontladen?
op 'AAN'. (indien van
toepassing)
Contactslot/bedrading defect?
JTnS20H/SW20H-SERiE DUBBELE KRaCHTTROFFELMaCHinE • BEDiEningSHanDLEiDing: REviSiEnUMMER 4 (10/15/13) - pagina 41
Probleemoplossing (motor) - vervolg
Mogelijk probleem
probLeeMopLossIng
Oplossing
Maak het luchtfi lter schoon of vervang het.
Controleer de vlotterafstellling, monteer de carburateur opnieuw.
Reinig of vervang de bougie.
Stel de juiste opening in.
Spoel het brandstofsysteem en vervang deze door de juiste
brandstof.
Reinig of vervang de bougie.
Vervang de ontstekingsspoel.
Vervang door het juiste type bougie.
Vervang door de juiste brandstof.
Reinig de koelribben.
Verwijder vuil en puin uit inlaat. Vervang de luchtreinigingselementen
indien nodig.
Pas oliepeil aan tot het juiste niveau.
Pas de regelaar aan.
Vervang de veer van de regelaar.
Controleer het gehele brandstofsysteem op lekkage of verstoppingen.
Maak de terugslagassemblage schoon met water en zeep.
Vervang de spiraalveer.
Zorg voor dichte, schone verbindingen bij batterij en starter.
Herlaad de batterij of zorg ervoor dat deze wordt vervangen.
Vervang starter.
Controleer en reinig de kleppen. Controleer de geluidsdemper en
vervang indien nodig.
Vervang bougie met het type dat aangeraden is door de fabrikant.
Vervang door smeerolie met juiste viscositeit.
Vervang ringen.
Verschoon of vervang het luchtfi lter.
Zet chokeklep in correcte positie.
Vervang carburateur of afdichting.
Stel carburateur af.
Schakel het AAN-/UIT-apparaat in.
Controleer kabelverbindingen. Vervang de batterij of zorg ervoor dat
deze is opgeladen
Vervang het contactslot. Controleer de bedrading.