LET OP
1) Als de elektroden niet stevig op de huid zijn aangebracht of het
hoofdapparaat niet met de elektroden is verbonden en het inten-
siteitsniveau niveau 1 heeft bereikt, stopt de behandeling auto-
matisch.
2) Verlaag de intensiteit van de stimulatie tot een aangenaam niveau
als het stimulatieniveau niet meer aangenaam aanvoelt. Raad-
pleeg uw arts als het probleem aanhoudt.
3) Als uw pijn niet minder wordt en u pijnlijke plekken krijgt van over-
matig gebruik, stop dan 2 dagen met het behandelen van deze
gebieden. Verkort de behandelingstijd en verlaag de intensiteit als
dit probleem opnieuw optreedt.
4) Als u pijn of ongemak ervaart of duizelig of misselijk wordt, raad-
pleeg dan uw arts.
5) Wees daarom voorzichtig als u de maximale intensiteit instelt; be-
perk de intensiteit tot het niveau dat nog aangenaam aanvoelt. De
behandeling mag niet tot ongemak leiden.
9.4 De afstandsbediening gebruiken om het hoofdappa-
raat te bedienen
Stap 1 – het hoofdapparaat en de afstandsbediening inschakelen
Druk 1 s op de knop [ ] van de afstandsbediening om deze in te
schakelen.
Druk op de knop [ ] van het hoofdapparaat; het groene ledlampje
gaat branden.
Let op: het pictogram
wordt weergegeven als de afstandsbedie-
ning draadloos met het hoofdapparaat is verbonden.
AANWIJZING
Het apparaat start het programma van de laatste behandeling.
Stap 2 – de te behandelen lichaamsdelen selecteren
Druk op de knop [PROG] om de te behandelen lichaamsdelen in te
stellen (Arm-Lichaam-Rug-Gewricht-Been). U kunt tussen lichaams-
delen schakelen door op de knoppen [ +/- ] te drukken. Het symbool
voor het selecteren van lichaamsdelen knippert. Druk op [PROG] om
het geselecteerde lichaamsdeel te bevestigen.
13