NL
96
OPMERKING: Zodra de aansluitkabel op de AUX-IN aansluiting is
aangesloten, schakelt het toestel automatisch over naar de AUX modus
wanneer de functieschakelaar in de BT/AUX positie staat. Vergeet niet
de verbindingskabel uit de AUX-IN aansluiting te halen wanneer u de BT
modus weer wilt gebruiken.
BT-WERKING
Schuif de functieschakelaar naar de stand AUX/BT. Schakel het toestel in en
volg de onderstaande instructies om via BT verbinding te maken met het
toestel (ontkoppel eerst de verbindingskabel van de AUX-IN aansluiting).
Aansluiten van een smartphone of ander BT-geschikt apparaat op de cd-
speler
Als uw cd-speler nog nooit op een extern BT-apparaat is aangesloten, volg
dan de onderstaande stappen om een BT-verbinding tussen uw externe
apparaat en de cd-speler tot stand te brengen.
1. Schuif de functieschakelaar naar de stand AUX/BT.
2. Op het LCD-scherm worden de knipperende letters „BT" weergegeven.
3. Als uw cd-speler nog nooit op een BT-apparaat is aangesloten of het
laatst aangesloten apparaat niet binnen bereik is, geven de knipperende
letters "BT" op het LCD-scherm aan dat de cd-speler in de zoekmodus
is. U moet de onderstaande aansluitingsinstructies volgen om uw BT-
apparaat op de cd-speler aan te sluiten:
•
Schakel de BT-functie van uw externe apparaat in en zoek uw cd-speler
in de lijst van actieve BT-apparaten.
•
Kies "Roadie" uit de lijst. Voer zo nodig het wachtwoord "0000" in om de
cd-speler op uw toestel aan te sluiten.
4. Nadat de verbinding met succes tot stand is gebracht, stoppen de
letters "BT" op het LCD-scherm met knipperen en worden ze continu
weergegeven. U kunt het afspelen op uw externe toestel starten en de
muziek wordt draadloos afgespeeld via de cd-speler.
5. Druk op de Weergave-/ Pauzetoets
pauzeren.
6. Pas het volume aan met de volumeknop.
7. Druk op de toetsen of op de cd-speler om de vorige of volgende
titel over te slaan.
8. Als u uw cd-speler met een ander BT-geschikt apparaat wilt verbinden,
houdt u de verbindingstoets 3 seconden ingedrukt of deactiveert u de
BT-functie van het momenteel verbonden externe apparaat. Herhaal
vervolgens stap 3.
om de weergave te starten of te