Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is
In de koelruimte is het te
koud.
De bodem van de koelruimte
is nat.
De temperatuur in
de diepvriesruimte is
te warm.
Het apparaat koelt niet,
de temperatuurindicatie en
de verlichting branden.
Eventuele oorzaak
uitgeschakeld; de stekker zit
niet goed in het stopcontact.
De temperatuur is te koud
ingesteld.
De dooiwatergoten of het
afvoergat zijn verstopt.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
De be en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Invriezen van grotere
hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Het presentatielicht
is ingeschakeld.
Oplossing
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer
of er stroom is. Controleer de zekeringen.
Temperatuur warmer instellen (zie hoofdstuk
„Instellen van de temperatuur").
De dooiwatergoten en het afvoergaatje
schoonmaken (zie „Schoonmaken van het
apparaat"). Afb. .
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
Afdekkingen verwijderen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Apparaat-zelftest starten (zie het hoofdstuk
„Zelftest apparaat").
Na afloop van het programma schakelt het
apparaat weer over op het normale gebruik.
nl
63