Aansluitingen
Handmatig hoge
toeren
(A1-A2)
Handmatig lage
toeren
(A2-A3)
Inkomende signalen
(1-3)
Frequentiemeting
(3-4)
Bedrijf
(5-6)
Thermocontact
(7-8)
Rotatiesensor
(9-10)
Reset
(11-12)
Alarmrelais
(13-14-15)
Bedrijfsrelais
(16-17)
Handmatig draaien (bij test)
Drukknop hoog
toerental
Drukknop laag
toerental
___________________________________________________________________________
IBC control Brännerigatan 5 A SE-263 37 Höganäs Tel +46 42 33 00 10 Fax +46 42 33 03 75
Koudeterugwinning. Geeft het ingestelde max. toerental als
bedrijf (5-6) is gesloten.
Ontdooien. Geeft het ingestelde min. toerental als bedrijf (5-
6) is gesloten.
Worden aangepast aan de regelcentrale
0-5V, 0-10V, 1-5V, 2-10V, 5-10V, 10-0V, 10-2V, 10-5V,
0-20 V Fasegemiddelde, 0-20mA, 4-20mA.
Zie instelling van DIP-schakelaar, pagina 4.
0-10VDC komt overeen met 0-100Hz. D.w.z. 0,5V = 5Hz,
5V = 50Hz.
Het toerental van de rotor is proportioneel aan de
frequentie.
Moet worden gebeugeld als de externe start niet wordt
gebruikt.
Moet worden gebeugeld als het thermocontact in de motor
niet wordt aangesloten.
De witte kabel wordt aangesloten op aansluitblok 9, de
bruine op aansluitblok 10.
De magneet wordt gemonteerd met de zuidzijde naar de
sensor.
Max. afstand 15 mm.
De regeleenheid wordt geactiveerd als niet iedere 5 minuten
een impuls wordt verkregen.
De functie is uitschakelaar.
Zie instelling van DIP-schakelaar, pagina 4.
Reset op afstand bij alarm. De regeleenheid wordt
automatisch gereset bij wegvallen van de spanning.
Sluit tussen 14-15 bij alarm of wegvallen van de spanning.
Max. 8A/250V AC.
Sluit tussen 16-17 als bedrijf is toegestaan, d.w.z. als 5-6 is
gesloten. NB. Het bedrijfsrelais sluit ook als er geen
inkomend signaal is op 2-3, d.w.z. "Gele lichtdiode 1" brandt
niet.
Max. 8A/250V AC.
De motor roteert met het ingestelde max. toerental.
De motor roteert met het ingestelde min. toerental.
3