5 Inbedrijfname
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door
een vakbekwaam technicus.
Voordat de verwarmingsketel in bedrijf kan worden genomen, dient
eerst gecontroleerd te worden of de installatie met voldoende water
is gevuld.
Voer de inbedrijfname uit in de volgende volgorde:
- Plaats de thermostaat van de ketel 7 op de gewenste stand. Wijzig,
indien nodig, de stand van de aanslag van de max. temperatuur.
- In geval van sanitair-warmwaterproductie:
Plaats bij verwarming van sanitair warm water de thermostaat 10
op de gewenste stand.
Aanbevolen graadverdeling 6 (ongeveer 60° C).
Deze waarde moet altijd lager zijn dan de afstelling van de
laadtemperatuurbegrenzer van het sanitair warm water.
- Controleer of de veiligheidsthermostaat 5 wel degelijk geactiveerd
is.
Draai de dop van de veiligheidsthermostaat los en druk op de
resetknop met behulp van een schroevendraaier.
- Zet de Zomer/Winter-schakelaar 3 op de Winterstand.
- Zet de Aan/Uit-schakelaar 1 op de stand Aan.
6
Bedieningspaneel X
13/08/07 - 300000734-001-B