1
1. Schakelaar aan/uit van de ketel
2. Omschakelaar zomer/winter (laat toe de circulatiepomp van de verwarming in en uit
te schakelen).
3. Het
controlelampje
de temperatuur van de rookgassen of het water van de primaire kring te hoog is).
4. Thermo-manometer (geeft de temperatuur van de ketel en de druk in de primaire kring aan).
5. Veiligheidsthermostaat met handmatige reset (laat toe de ketel te resetten
na oververhitting van de primaire waterkring).
6. Regelthermostaat (regelt de ketel tussen 60 °C voor de minimumpositie en 90 °C voor
de maximumpositie).
Als de ketel vaak overschakelt naar de veiligheidsmodus, neem dan contact op met
uw installateur.
Als uw ketel gekoppeld is aan een boiler voor sanitair water, zorg dan dat
de temperatuur van de verwarmingthermostaat hoger is dan de thermostaat
van het sanitair water om optimale werkomstandigheden te garanderen.
NL
Gebruikershandleiding
2
3
5
van
de
veiligheidsmodus
N2 Condens: 664Y5000 • E
4
6
(wordt
ingeschakeld
wanneer
5