2.
Inspecteer het binnenwerk en maak eventueel schoon:
•
Als de condensor licht vervuild is, giet er dan een mengsel van water en vloeibare
zeep in (zoals afwasmiddel).
•
Als de condensor zeer vuil is, open dan het achterste zijpaneel of het achterpaneel
(A) voor toegang tot de condensor. Open de condensor (B) en maak deze schoon met
een plastic borstel. Gebruik niet dezelfde borstel voor schoonmaken die is gebruikt
voor het schoonmaken van het verwarmingslichaam om corrosie te voorkomen.
3.
Sluit de condensator, de achterpanelen en verbind opnieuw de schouw.
Reinigen van de sifon
1.
Draai de ring van de sifon los.
2.
Controleer of de condensafvoerslang niet verstopt is.
3.
Reinig de sifon met water en zeep.
4.
Zorg ervoor dat er zich voldoende water in de sifon bevindt vooraleer de hermontage uit te
voeren, of giet 20 cl water in de condensor na hermontage.
5.
Plaats de sifon op de condensoruitgang. Vervang de O-ring indien nodig.
6.
Houd de sifon in positie tijdens het opnieuw vastschroeven van de ring. Trek de sifon naar
beneden om de goede bevestiging te controleren.
7.
Zorg bij het terugplaatsen van de condensafvoerleiding dat er voldoende afschot voor de
condensafvoer is.
INSPECTIE VAN DE VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Controleer de goede werking van alle thermostaten en veiligheidssystemen:
ketelthermostaat, veiligheidsthermostaat, veiligheidskleppen, enz.
LEDIGEN VAN DE KETEL
1.
Schakel de spanning van de ketel uit.
2.
Sluit een soepele slang aan tussen de aftapkraan van de ketel en de afvoer.
3.
Open de automatische ontluchter en aftapkraan.
4.
Laat de ketel leeglopen naar een afvoer.
OPNIEUW IN BEDRIJF STELLEN NA ONDERHOUD
Zie hoofdstuk "inbedrijfstellin
NL
Onderhoud
N2 Condens: 664Y5000 • E
33