D
L
F
-
E
IFE
ITNESS
LOOPBAND STABIEL PLAATSEN
Volg alle veiligheidsinstructies van hoofdstuk 1.1 op en plaats de loopband
waar hij zal worden gebruikt. Zie hoofdstuk 3, Specificaties, voor het benodigde
vloeroppervlak (afmetingen van het gemonteerde product). Houd aan weerszijden
een ruimte van 21 centimeter tussen de loopband en andere toestellen. Laat 2
meter ruimte tussen de achterkant van de loopband en ieder ander voorwerp of
oppervlak.
Controleer de stabiliteit van het toestel wanneer het op de bestemde plaats staat.
Als het toestel ook maar enigszins wiebelt, of als het niet stabiel staat, moet u
bepalen welke poot de vloer niet raakt. Om het toestel bij te stellen, draait u de
CONTRAMOER (A) los en draait u de POOT (B) totdat het toestel niet meer
wiebelt en beide poten stevig op de vloer staan. Draai de CONTRAMOER
weer vast.
NB: Voor een goede werking van het toestel is het zeer belangrijk dat de poot op de juiste hoogte wordt ingesteld. Een
onstabiel toestel kan scheeflopen van de loopband veroorzaken. Een waterpas wordt aanbevolen om het toestel goed
horizontaal te zetten.
A
-/
AN
UITSCHAKELAAR
De aan-/uitschakelaar bevindt zich op het voorpaneel op de basis van de loopband. Hij heeft twee standen: I (één) voor
AAN en 0 (nul) voor UIT.
D
E LOOPBAND UITLIJNEN
Wanneer de loopband geïnstalleerd is en horizontaal staat, moet u controleren of de band goed spoort. Plaats eerst
de stekker in een geschikt stopcontact. Zie Elektrische vereisten aan het begin van dit hoofdstuk voor details. Schakel
de loopband vervolgens AAN.
Laat iemand op de platforms aan een van de kanten van het frame van de loopband staan. Ga nog niet op de band staan.
Druk op de toets SNELSTART en verhoog de snelheid tot 6,4 kilometer per uur (km/u) met de pijl SNELHEID OMHOOG.
Als de band naar rechts afwijkt terwijl hij loopt, laat u iemand anders de rechterspanbout een kwartslag naar rechts draaien
en vervolgens de linkerspanbout (A) een kwartslag naar links. Zie de onderstaande illustratie. Nu loopt de band weer over
het midden van de rol.
Als de band naar links afwijkt, draait u de linkerspanbout een kwartslag naar rechts en vervolgens de rechterspanbout een
kwartslag naar links zodat de band weer over het midden van de rol loopt.
Herhaal deze bijstellingen totdat de loopband over het midden lijkt te lopen. Laat de band enkele minuten lang draaien om
er zeker van te zijn dat het spoor stabiel blijft.
NB: Draai de stelschroeven niet meer dan een volle slag in elke richting. Neem contact op met de klantendienst als de band
na een volledige slag nog niet goed spoort. De telefoonnummers vindt u in hoofdstuk 2.7, Productservice.
8