Zelftest:
Netstekker insteken.
De waarschuwings-LED (4) en de bedrijfs-LED (3) lichten na elkaar ca. 1 seconde op, de inge-
bouwde ventilator loopt ca. 5 seconden.
Accupack:
Het accupack (1) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en 30°C. De toelaatbare oplaadtemperatuur ligt
tussen 0 °C en 50 °C.
Li-ion-accupacks hebben een capaciteits- en signaalindicatie (6):
Druk op toets (5) en de laadtoestand wordt door de LED-verlichting aangegeven.
Wanneer een LED-lampje knippert, is het accupack bijna leeg en moet het weer opgeladen
worden.
Bediening:
Accupack laden:
Accupack volledig, tot de aanslag op de schuifbevestiging (2) schuiven.
De bedrijfs-LED (3) knippert.
Conditieladen:
Wanneer het laden is beëindigd, schakelt de acculader automatisch over op conditieladen.
Het accupack kan in de acculader blijven zitten en is zodoende altijd gereed voor gebruik.
De bedrijfs-LED (3) brandt continu.
Storing:
● Waarschuwings-LED (4) brandt continu.
Accupack wordt niet opgeladen. Temperatuur te hoog/te laag. Ligt de temperatuur van het ac-
cupack tussen 0 °C en 50 °C, dan begint het laden automatisch.
● Waarschuwings-LED (4) knippert.
Accupack defect. Accupack direct uit de acculader nemen.
Accupack is niet goed op de schuifbevestiging (2) geschoven.
5
Instandhouding en onderhoud
ROCAM mini HD:
Na elke buisinspectie het ROCAM mini HD altijd reinigen!
Het apparaat via de knop van de monitoreenheid uitschakelen en de accu verwijderen.
De haspel (6) van de ROCAM mini HD nemen en onder stromend water reinigen.
De haspel uitsluitend gescheiden van het ROCAM mini HD reinigen.
Het ROCAM mini HD dient beschermd te worden tegen water en mag uitsluitend met een
vochtige doek worden gereinigd!
De afgedroogde haspel weer in het ROCAM mini HD plaatsen.
Acculader:
Reparaties aan de acculader mogen uitsluitend uitgevoerd worden door een erkend elektromon-
teur!
78
NEDERLANDS