21. Wees voorzichtig wanneer u onderdelen van de machine monteert en voorkom dat uw vingers klem
komen te zitten tussen de bewegende maai-inrichting en de vaste onderdelen van de machine.
Onderhoud en opberging
1. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn aangedraaid en dat er veilig met de machine kan
worden gewerkt.
2. Berg de maaier (met benzine in de tank) nooit op in een ruimte waar benzinedampen in contact kunnen
komen met open vuur of vonken.
3. Laat de motor afkoelen voordat u de grasmaaier in een afgesloten ruimte zet.
4. Om brandgevaar te voorkomen, moeten de motor, de uitlaat en de zone rond de brandstoftank vrij
worden gehouden van gras, bladeren en lekkend smeermiddel (olie).
5. Controleer regelmatig of de opvangbak niet versleten is en nog steeds goed werkt.
6. Voor uw eigen veiligheid moet u versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk vervangen.
7. Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt, mag dit alleen in de open lucht gebeuren met een
benzinepomp (verkrijgbaar bij doe-het-zelfzaken).
OPGELET!
Lees alle veiligheidsvoorschriften en -instructies.