- Om veiligheidsredenen moeten de benzinetank en andere tankafsluitingen vervangen worden als ze
beschadigd zijn.
- Verander in geen enkel geval het nominale toerental van de motor.
4. Vervang defecte geluiddempers.
5. Controleer de machine voor elk gebruik visueel om ervoor te zorgen dat het maaiblad, de
montagebouten en de volledige maai-inrichting in goede staat zijn (d.w.z. niet versleten of beschadigd).
Vervang versleten of beschadigde messen en montagebouten als één geheel om eventuele onbalans te
voorkomen (indien van toepassing).
De machine gebruiken
1. Laat de motor niet in afgesloten ruimtes draaien omdat er zich gevaarlijk koolstofmonoxidegas kan
vormen.
2. Maai alleen op klaarlichte dag of in goed verlichte omstandigheden. Gebruik de machine zo weinig
mogelijk op nat gras.
3. Zorg dat u altijd stevig staat wanneer u op hellingen werkt.
4. Gebruik de machine alleen op wandelsnelheid.