Advertenties
• Werk aan wandelsnelheid in banen die zo recht mogelijk zijn.
Voor een ononderbroken gemaaid gazon moeten de banen elkaar altijd een paar centimeter overlappen.
• Loop niet achteruit.
• Werk op hellingen altijd zijdelings over de helling.
• Schakel de motor onmiddellijk uit als het maaiblad in contact komt met een vreemd voorwerp. Wacht tot
het blad volledig tot stilstand is gekomen en controleer of de machine beschadigd is.
Ga alleen door met werken als de machine niet beschadigd is.
• Schakel de machine bij langere onderbrekingen en voor transport uit en wacht tot het blad volledig tot
stilstand is gekomen.
De motor starten en stoppen
- Controleer regelmatig het benzine- en oliepeil en vul op tijd bij.
- Start de machine op een stevige, horizontale ondergrond en indien mogelijk niet in lang gras. Zorg ervoor
dat het maaiblad de grond of vreemde voorwerpen niet raakt.
De motor starten:
1. Trek de veiligheidsstang (3) naar de handgreep toe en houd ze daar vast.
2. Trek aan het startkoord (23) en de motor start.
De motor stoppen:
3. Laat de veiligheidsstang (3) los. De motor stopt en het blad vertraagt.
Gras maaien
1. Start de motor (zie hierboven).
2. Wielaandrijving ingeschakeld: trek de aandrijfstang (1) naar de handgreep toe. De grasmaaier beweegt
naar voor.
3. Wielaandrijving uitgeschakeld: laat de aandrijfstang (1) los. De machine stopt.
De maaihoogte instellen
De maaihoogte van de machine kan op 8 standen worden ingesteld.
1. Trek de hendel (18) naar buiten en duw hem naar de gewenste positie 1-8 (Fig. 11).
2. Duw de hendel (18) weer naar binnen.
De grasopvangbak leegmaken
Door het kijkvenster in de achterbescherming (7) kunt u zien u wanneer de grasopvangbak vol is.
Advertenties
