A
Batterij vervangen
De met de computer meegeleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging
een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-
volt lithium-knoopcelbatterij.
WAARSCHUWING!
omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen. Ga als volgt te werk om het
risico van lichamelijk letsel te beperken:
Probeer nooit de batterij op te laden.
Niet blootstellen aan temperaturen boven 60°C.
Probeer niet de batterij uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren. Zorg dat u geen kortsluiting
veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de batterij niet in aanraking komen met water of vuur.
Vervang de batterij uitsluitend door een HP batterij die voor dit product wordt aanbevolen.
VOORZICHTIG:
instellingen van de computer. Wanneer u de batterij verwijdert of vervangt, worden de CMOS-instellingen
gewist.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de computer
beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch bent geladen. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u
deze handelingen uitvoert.
OPMERKING:
stopcontact. De lithiumbatterij wordt alleen gebruikt wanneer de computer NIET is aangesloten op een
stopcontact.
HP adviseert klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare
batterijen te recyclen. Ga voor meer informatie over recyclingprogramma's naar http://www.hp.com/recycle.
1.
Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of
ontkoppeld.
2.
Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer.
3.
Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4.
Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
VOORZICHTIG:
een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen.
5.
Verwijder het toegangspaneel van de computer.
6.
Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
OPMERKING:
toegang tot de batterij te krijgen.
7.
Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van
toepassing is voor het vervangen van de batterij.
Type 1
De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier
Het is belangrijk dat u vóór het vervangen van de batterij een back-up maakt van de CMOS-
U verlengt de levensduur van de lithiumbatterij door de computer aan te sluiten op een
Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op
Bij bepaalde modellen kan het noodzakelijk zijn een intern onderdeel te verwijderen om
43