Technische handleiding
Parameter P12 = 4:
De warmtepompcontroller neemt de besturing van een recirculatiepomp over, parallel aan de
besturing van de warmtepomp.
De recirculatiepomp wordt geactiveerd door de door de gebruiker ingestelde periode en de
temperatuur in de boiler.
OPMERKING: De recirculatiepomp treedt alleen in werking als er een ingestelde, actieve tijdperiode
is en de compressor of de weerstand geactiveerd zijn.
PR - Recirculatiepomp
Voorwaarde
Recirculatiepomp geactiveerd wanneer:
A en B
geactiveerd.
Als aan geen van deze voorwaarden is
voldaan, treedt de recirculatiepomp niet
in werking.
Omschrijving
•
Temperatuur in sonde S1 > P13;
•
Tijdperiode ingesteld en geactiveerd;
•
Compressor of weerstand
MONOBLOC
Aansluitklem van de pomp
Klem AUX/N
33