Functietoets: functie
Indrukken om een oproep te beëindi-
gen.
OF: indrukken om een binnenkomende
oproep af te wijzen.
Indrukken om de beltoon tijdens een ge-
sprek uit te schakelen en opnieuw te ac-
tiveren.
a)
Voor meer informatie over de prioritaire of geassocieerde mo-
biele telefoons en over het gebruikersprofiel raadpleegt u
gina
64.
b)
Wordt enkel getoond indien de geassocieerde mobiele tele-
foon aangesloten is.
c)
Afhankelijk van de aangesloten mobiele telefoon.
Weergaven en symbolen van het systeem
voor telefoonbediening
Weergave: Betekenis
Naam van de telefoonprovider waarbij de
SIM-kaart van de gekoppelde mobiele tele-
A
foon is aangesloten.
Weergave van het opgeslagen telefoonnum-
mer of de opgeslagen naam. Indien aan de
opgeslagen contactpersoon een afbeelding
is toegewezen, kan die getoond worden
›››
pagina
72.
B
Wanneer u een oproep ontvangt, wordt de
naam van de mobiele telefoon waaraan de
oproep gericht is getoond (prioritaire of ge-
associeerde mobiele telefoon).
66
Systeem voor telefoonbediening (PHONE)*
Weergave: Betekenis
Laadtoestand van de gekoppelde mobiele te-
lefoon.
Ontvangststerkte van het signaal van het
zendstation van de mobiele telefoon.
Tijdens een telefoongesprek
›››
pa-
Tijdens een telefoongesprek.
Afbeelding 46
Als de verbinding met een telefoonnummer
tot stand is gebracht, wisselt het hoofdmenu
Phone naar de weergave Telefoongesprek
›››
Afbeelding
46.
Aanduidingen en functietoetsen: handeling en
effect
Indrukken om de microfoon van de mobiele-
telefoonvoorbereiding uit te schakelen tij-
dens een telefoongesprek (de functietoets
verandert in
).
Indrukken om de microfoon van de mobiele-
A
telefoonvoorbereiding in te schakelen tij-
dens een telefoongesprek (de functietoets
verandert in
).
Indrukken om het gesprek via de mobiele-
a)
telefoonvoorbereiding te houden.
Weergave van het opgeslagen telefoonnum-
mer of de opgeslagen naam. Indien aan de
opgeslagen contactpersoon een afbeelding
is toegewezen, kan die getoond worden
›››
pagina
72.
Wanneer u een oproep ontvangt, wordt de
B
naam van de mobiele telefoon waaraan de
oproep gericht is getoond (prioritaire of ge-
associeerde mobiele telefoon).
Indrukken voor een gedetailleerde weerga-
ve van de contactpersoon.
Indrukken om een oproep in wacht te zet-
ten.
Als een gesprek in de wacht staat, is de au-
dioweergave onderbroken. Gesprekken in
de wagen worden niet doorgegeven.
Indrukken om een oproep te beëindigen.
a)
De functietoets wordt enkel getoond wanneer het gesprek via
de mobiele telefoon plaatsvindt.