Voorbeelden toepassingen
ICS/PM
De ISC/PM met CVQ is een door een stuurventiel geregelde
drukafhankelijke klep voor het regelen van een temperatuur of
verdamperdruk.
De ICS of PM moet worden uitgerust met een CVQ stuurventiel
om de ICS en PM te regelen. Het CVQ stuurventiel wordt geregeld
door de EKC 361.
In geval van spanningsval blijft de klep geheel open staan. Indien
de ICS/PM klep bij spanningsval moet sluiten, moet er naast de
CVQ ook nog een magneetventiel type EVM-NC worden geplaatst.
Als de digitale ingang AAN is, krijgt de ICS/PM een vrijgave om te
regelen. Als de digitale ingang UIT is, wordt de regeling van de
ICS/PM gestopt, maar zal de EKC361 een minimale temperatuur in
de CVQ handhaven (parameter n02).
Zie voor literatuur voor ICS/PM:
ICS : RD4YA
PM : RD4XA
ICM
De ICM is een directwerkende en drukonafhankelijke klep voor
het regelen van een temperatuur of verdamperdruk. Als een ICM
is geselecteerd, wordt de ICM direct door de analoge uitgang (0/4-
20mA) van de EKC 361 aangestuurd.
Als de digitale ingang AAN is, wordt de ICM voor regeling vrij-
gegeven. Als de digitale ingang UIT is, wordt de ICM geforceerd
gesloten.
De openingsgraad OD 0-100% kan begrenst worden door param-
eters n32 en n33.
Zie voor literatuur voor ICM:
ICM : RD4YB
Algemeen voor ICS/PM en ICM
In de vloeistofleiding kan ook een magneetventiel gemonteerd
worden welke geschakeld kan worden door de regelaar (klem
9-10). Deze uitgang volgt de status van de digitale ingang, behalve
als een laag temperatuur alarm wordt gegenereerd (alarm A2) zal
de klep in de vloeistofleiding sluiten.
De EKC 361 kan ook een ventilator aansturen (klem 8-10). Deze
uitgang volgt de status van de digitale ingang.
Parameter r12 (hoofdschakelaar) moet AAN zijn om de regeling te
starten. Als parameter r12 UIT is zal de regelaar net zo regelen als
met een UIT staande digitale ingang.
Sensor Sair wordt gebruikt voor meten van de regeltemper-
atuur. Let op: Sair kan ook gebruikt worden voor het regelen van
vloeistof. Als optie kan een extra sensor Saux alleen voor een
meting worden aangesloten. Sair en Saux kunnen beiden op de
display worden weergegeven (parameter o17). De geselecteerde
sensor zal ook via de analoge uitgang worden verzonden als een
0/4-20 mA signaal. De verschaling voor dit signaal wordt ingesteld
met parameter o27 en o28. Let op: bij gebruik van een ICM is de
analoge uitgang niet beschikbaar voor het versturen van temper-
atuursignalen (Sair en Saux).
Het wordt aanbevolen, bij een luchtkoeler, om de Sair aan luchtin-
trede te plaatsen.
Extra opties
• PC bediening
De regelaar kan worden voorzien van datacommunicatie zodat
de regelaar aangesloten kan worden op een netwerk met andere
producten van de ADAP-KOOL® lijn. Bediening, bewaking en
dataopslag kan nu worden uitgevoerd via de PC welke lokaal is
opgesteld bij de installatie of op afstand bij een servicebedrijf.
EKC 361
Handleiding RS8AE710 © Danfoss 12-2005
3