Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss EKC 361 Handleiding pagina 12

Temperatuur- / verdamperdrukregeling
Inhoudsopgave

Advertenties

Opstarten van regelaar
Als alle bedrading is aangesloten dienen onderstaande
punten doorlopen te worden voordat begonnen wordt met
regelen:
1. Schakel de externe AAN/UIT schakelaar op "UIT" .
2. Volg het menuoverzicht op pagina 7 en stel de diverse para-
meters in op de gewenste waarden.
3. Zet de externe AAN/UIT schakelaar op "AAN", en de regeling
start.
Als de temperatuur fluctueert
Bij koelsystemen welke ontworpen zijn voor een gelijkmatige be-
lasting zullen de fabrieksinstellingen van de regelaar in de meeste
gevallen voldoende zijn voor een stabiele en snelle regeling.
Echter als het systeem oscilleert, is het noodzakelijk de oscilla-
tieperioden vast te stellen en die te vergelijken met de ingestelde
integratietijd T
, en correctie aan te brengen in de aangegeven
n
parameters.
Problemen oplossen - ICS/PM met CVQ
Als aanvulling op de foutmeldingen van de regelaar is de
onderstaande tabel een handige hulp bij het opsporen en
verhelpen van fouten.
Symptoom
Mediumtemperatuur te laag.
Thermische motor voelt koud
aan.
Mediumtemperatuur te laag.
Thermische motor voelt warm
aan.
Mediumtemperatuur te hoog.
Thermische motor voelt koud
aan.
Mediumtemperatuur te hoog.
Thermische motor voelt warm
ann.
12
Defect
Kortgesloten NTC-weerstand in
thermische motor.
Defecte PTC weerstand (verwarm-
ingselement) in thermische motor.
Te kleine kabeldiameter naar CVQ. Meet de spanning over klemmen 77 en 78 (min. 18 V a.c.).
Onderbemeten 24 V transforma-
tor.
Ladingsverlies in thermische
motor.
Defect in koelsysteem.
Uitgeschakelde NTC weerstand in
thermische motor
Handleiding RS8AE710 © Danfoss 12-2005
4. Bij systemen met een thermostatisch expansieventiel moet dit
ventiel ingesteld worden op het minimum stabiel signaal (MSS).
(Als er een specifieke To benodigd is voor het instellen van het
expansieventiel kunnen de twee waarden voor de temperatuur
van de thermische motor (n01 en n02) tijdelijk worden
aangepast aan deze benodigde waarden voor het instellen van
het expansieventiel. Vergeet niet na het instellen deze waarden
weer terug te zetten).
5. Volg het verloop van de de actuele ruimtetemperatuur op het
display. (Op klemmen 2 en 5 wordt een signaal verzonden dat
representatief is voor de ruimtetemperatuur. Het is mogelijk op
dit signaal een dataregistratie eenheid aan te sluiten voor het
registreren van de ruimtetemperatuur).
Als de oscillatietijd langer is dan de integratietijd:
(T
> T
, (T
is, bijv, 4 minuten))
p
n
n
1. Verhoog T
tot 1.2 maal Tp
n
2. Wacht tot het systeem weer in balans is
3. Als er nog steeds oscillatie,is reduceer Kp met, bijv., 20%
4. Wacht tot het systeem weer in balans is
5. Herhaal stap 3 en 4 totdat het systeem stabiel is
Als de oscillatietijd korter is dan de integratietijd:
(T
< T
, (T
is, bijv, 4 minuten))
p
n
n
1. Reduceer K
met, bijv., 20% van de schaaluitlezing
p
2. Wacht tot het systeem weer in balans is
3. Herhaal stap 1 en 2 totdat het systeem stabiel is
Bevestiging van defect
Als er minder dan 100 ohm wordt gemeten over klemmen 17 en 18 (neem de kabel
los), is de NTC of de bedrading kortgesloten. Controleer de bedrading.
Indien er meer dan 30 Ohm of 0 Ohm wordt gemeten over klemmen 23 en 24
(neem de kabel los), is de PTC of de bedrading defedt.
Controleer de bedrading.
Meet de weerstand in voedingskabel naar CVQ (max. 2 Ohm)
Meet de spanning over de transformatoruitgang (24 V a.c. +10/ -15%) onder alle
werkcondities.
Als de spanning zakt bij bepaalde condities is de transformator onderbemeten.
Vervang de thermische motor.
Onderzoek het koelsysteem op defecten.
Als er meer dan 200 kOhm wordt gemeten over klemmen 17 en 18, is de bedrading
onderbroken.
Controleer de bedrading.
EKC 361

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave