Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toestand Bij Levering; Kantelbeveiliging; Aansluiting Op Het Stroomnet - Roos 3700 Bedienings- En Montagehandleiding

Elektrische accumulatieverwarmingen
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Plaatsing

4.1 Toestand bij levering

Accumulatorbehuizing en -stenen worden apart geleverd.
Transportschade dient meteen schriftelijk te worden
gereclameerd.
4.2 Montage
De montage van de toestellen mag uitsluitend door een
vakman worden uitgevoerd. De plaats van installatie moet
vlak zijn. Pak het toestel uit, schroef het uitblaasrooster los,
trek de aardleiding van de frontbekleding. Verwijder het deksel
en hang de voorste wand uit. Breng de zijdelingse muurbeugels
aan volgens figuur 3 op pagina 6. Breng bij toestellen van de
series „Ultradun", „Dun", „Standaard" en „Mini compact" een
kantelbeveiliging aan (zie 4.2.1). Als kantelbeveiliging is de
muurbeugel voor bevestiging aan de muur voorzien. Steek een
voorbereide aansluitkabel door de achterwand en klem vast
met behulp van een trekontlasting. Leg de stenen er daarna
van de bovenkant in. Leg eerst de vaste afdekisolatielaag erin
en leg daarna de naaldvilt mat erover. De montage mag alleen
worden uitgevoerd met inachtneming van de VDE voorschriften
en de technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke
energiebedrijf. Vóór de inbedrijfstelling van de toestellen
dienen in ieder geval de volgende tests te worden uitgevoerd:
Isolatietest met een spanning van min. 500V, bijv. met
een krukinductor. De isolatieweerstand moet minstens 0,5
megaohm bedragen.
De monteur moet de energieopneming meten (bijv. met een
kWh-meter of meting van de stroomopname met urenteller,
ampère per fase). De maximale toegelaten oplading vindt u in
tabel 2). Alternatief kan een meting van de koude weerstand
worden uitgevoerd.

4.2.1 Kantelbeveiliging

• Breng het toestel op de plaats van installatie in de juiste
positie en breng markeringen aan (hoogtemaat volgens
tabel 1)
• Bevestig de muurbeugel op een veilige manier (bijv. pluggen)
• Schuif het toestel onder de muurbeugel, druk vervolgens de
tongen van de beugel aan de voorkant van de achterwand
met een schroevendraaier naar beneden, zodat het toestel
niet naar voren kan kantelen (zie figuur hieronder)
• Sluit de aansluitkabel aan het toestel aan.
Tabel 1
Serie
17,5cm Ultradun
20 cm Dun
25,5 cm Standaard (ST)
Mini compact (MC, 3kW)
Tabel 2
Toesteltype
Vermogen kW
81xx3715
81xx4723
81xx5730
81xx6736
81xx3820
81xx4830
81xx5840
81xx3620
81xx3630
81xx4640
81xx5650
81xx5660
81xx6675
81xx4630
81xx5640
81xx6650
81xx6660
81xx2620
81xx2630
81xx3460
81xx4475

4.3 Aansluiting op het stroomnet

volgens voorschriften van VDE, technische aansluitvoorwaarden
en verantwoordelijk energiebedrijf.
Opgelet bediening op afstand! Klemmen kunnen na uitschake-
ling onder spanning staan.
Laadkabel (nachttarief):
N, L1, L2, L3, (klemmen 1-4)
Stuurstroomkabel:
A1, A2 (klemmen 9,10) aansluiting automatische oplading
ED ontlading
EZ ontlading bijverwarmingselement
N
nulleider (MP)
De aardklemmen moeten goed leidend met de aardleidingen
worden verbonden (VDE 0100 en VDE 0700 deel 1).
Opgelet! Ook bij verwijderde zekeringen en uitgeschakelde
regelaars kan aan de klemmen spanning optreden. In de
elektrische installatie moet een schakelaar met een kontakto-
pening van minimaal 3 mm zijn aangebracht die het mogelijk
maakt om alle polen van het net te scheiden.
5
Afstand A (v. vloer in cm)
54
64
63,5
63,5
max. toegel.
oplading kWh
1,5
13,2
2,3
20,3
3,0
26,4
3,6
31,7
2,0
17,6
3,0
26,4
4,0
35,2
2,0
17,6
3,0
26,4
4,0
35,2
5,0
44,0
6,0
52,8
7,0
61,6
3,0
26,4
4,0
35,2
5,0
44,0
6,0
52,8
2,0
17,6
3,0
26,4
6,0
52,8
7,5
66,0
(klem 7)
(klem 6)
(klem 8)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave