Bij de uitvoering van het systeem moet het volgende in acht worden genomen:
De maximale lengte inclusief de muur- c.q. dakdoorvoer is 15 meter.
Het hoogteverschil tussen toestelaansluiting en uitmonding mag niet meer dan 9 meter bedragen.
Voor iedere 90 bocht in het systeem moet 2 meter van de maximale lengte worden afgetrokken, voor iedere 45
bocht is dit 1 meter.
Maximaal mogen 4 bochten van 90° worden toegepast.
In figuur 4 zijn enkele voorbeelden weergegeven.
Let op dat bij een weerstandslengte van meer dan 7 meter de DIP schakelaar voor de rookgasafvoerlengte wordt
omgezet, zie paragraaf 2.10.
Het toestel is niet voorzien van een rookgasmeetpunt, afstelling van het toestel gebeurt op basis van de branderdruk
op laaglast en vollast. Indien men toch een meetmogelijkheid wenst, bijvoorbeeld omdat de installatie keuringsplichtig
is, dan moet in de rookgasafvoer een meetpunt worden gemonteerd. B3 heating kan dit als accessoire leveren.
2.7.2 Tweepijps systeem
Met behulp van de tweepijps adapter kan de concentrische toestelaansluiting naar een 2 x Ø 80 mm aansluiting worden
gewijzigd. De tweepijps adapter moet apart worden besteld, deze adapter is inclusief een rookgasmeetpunt.
Bij de uitvoering van het systeem moet het volgende in acht worden genomen:
De maximale lengte van de rookgasafvoerleiding is 15 meter, dit is inclusief muur- c.q. dakdoorvoer.
Het hoogteverschil tussen toestelaansluiting en uitmonding mag niet meer dan 9 meter bedragen.
Voor iedere 90° bocht in de rookgasafvoerleiding moet 4 meter van de maximale lengte worden afgetrokken, voor
iedere 45° bocht is dit 2 meter.
De luchttoevoerleiding loopt parallel aan rookgasafvoerleiding, hiervoor gelden dezelfde maximale lengtes en
bochten als genoemd voor de rookgasafvoerleiding.
In figuur 5 zijn enkele voorbeelden weergegeven.
Let op dat bij een weerstandslengte van meer dan 7 meter de DIP schakelaar voor de rookgasafvoerlengte wordt
omgezet, zie paragraaf 2.10.
2.8
Elektrische aansluiting
Het toestel moet worden aangesloten op een wandcontactdoos met randaarde welke zich binnen 1,5 m van het toestel
bevindt. De elektrische installatie moet voldoen aan NEN1010.
figuur 5
5