Local HMI
Network
Auto
5.1.6 Evaporator Pump #1 Failure (Storing pomp #1 verdamper)
Dit alarm wordt gegenereerd als de pomp gestart wordt maar de debietregelaar niet binnen de recirculatietijd kan sluiten.
Dit kan een tijdelijke toestand zijn of kan te wijten zijn aan een defecte debietregelaar, de activering van een
stroomonderbreker, zekeringen of een storing van de pomp.
Symptoom
Het systeem heeft mogelijk de status
ON.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
De back-uppomp wordt gebruikt of
alle circuits worden gestopt in geval
van een storing van pomp #2.
String in de alarmlijst:
EvapPump1Fault
String in het logboek alarmen:
± EvapPump1Fault
String in snapshot alarm:
EvapPump1Fault
Reset
Local HMI
Network
Auto
5.1.7 Evaporator Pump #2 Failure (Storing pomp #2 verdamper)
Dit alarm wordt gegenereerd als de pomp gestart wordt maar de debietregelaar niet binnen de recirculatietijd kan sluiten.
Dit kan een tijdelijke toestand zijn of kan te wijten zijn aan een defecte debietregelaar, de activering van een
stroomonderbreker, zekeringen of een storing van de pomp.
Symptoom
Het systeem heeft mogelijk de status
ON.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
De back-uppomp wordt gebruikt of alle
circuits worden gestopt in geval van
een storing van pomp #1.
String in de alarmlijst:
EvapPump2Fault
String in het logboek alarmen:
± EvapPump2Fault
String in snapshot alarm:
EvapPump2Fault
Reset
Local HMI
Network
Auto
5.1.8 External Event
Dit alarm geeft aan dat een apparaat, waarvan de werking met deze machine verbonden is, een probleem meldt op de
toegewijde ingang.
D-EOMAC01905-23_00NL- 40/68
Oorzaak
Pomp #1 functioneert mogelijk niet.
De debietregelaar werkt niet naar
behoren
Oorzaak
Pomp #2 functioneert mogelijk niet.
De debietregelaar werkt niet naar
behoren
Wordt automatisch gewist wanneer
de communicatie hersteld is.
Oplossing
Controleer op problemen in de
elektrische bedrading van pomp #1.
Controleer
of
de
stroomonderbreker van pomp #1
geactiveerd is.
Als er voor de beveiliging van de
pomp zekeringen worden gebruikt,
controleer dan de intacte staat van
de zekeringen.
Controleer op problemen op de
aansluitingen
tussen
startinrichting van de pomp en de
regeleenheid van het systeem.
Controleer
het
filter
waterpomp en het watercircuit op
verstoppingen.
Controleer de aansluiting en de
kalibratie van de debietregelaar.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer op problemen in de
elektrische bedrading van pomp #2.
Controleer
of
de
stroomonderbreker van pomp #2
geactiveerd is.
Als er voor de beveiliging van de
pomp zekeringen worden gebruikt,
controleer dan de intacte staat van
de zekeringen.
Controleer op problemen op de
aansluitingen
tussen
startinrichting van de pomp en de
regeleenheid van het systeem.
Controleer
het
filter
waterpomp en het watercircuit op
verstoppingen.
Controleer de aansluiting en de
kalibratie van de debietregelaar.
Opmerkingen
elektrische
de
van
de
elektrische
de
van
de