Download Print deze pagina

Advertenties

2273-1-8837 / 2CKA002273B8837 │ 05.04.2016
KNX Technisch Handboek
Busch-triton
®
6320/10-... 1/2-voudig MF/IR
6320/30-... 3/6-voudig MF/IR
6321/38-... 5/10-voudig MF/IR
6320/50-... 3/6-voudig MF/IR/RTR
6321/58-... 5/10-voudig MF/IR/RTR
opwindend anders
Unieke vorm – veelzijdige functies:Busch-triton
Sensoren geven het begrip bedieningselementen een
nieuwe betekenis. Zonder afdekraam, maar met een
design dat opvallend, modern en elegant tegelijkertijd
is, worden ze onweerstaanbare blikvangers in iedere
ruimte. Het innovatieve uiterlijk doet al vermoeden dat
achter deze façade geen normale schakelaar
schuilgaat. Het zijn eerder multifunctionele elementen
met een vrijwel onbeperkte flexibiliteit. Zo kunnen
individuele bedieningswippen geheel flexibel worden
geprogrammeerd waarbij iedere zijde verschillende
functies kan schakelen. Zo wordt de sensor een
individuele schakelcentrale met een onverslaanbare
prijs-kwaliteitsverhouding; van drie bedieningswippen
maak je zo een zesvoudig bedieningselement. De
busaankoppeling is reeds geïntegreerd zodat u geen
extra apparatuur nodig heeft.
Maximaal comfort door het samenspel van Busch-
triton
®
en een IR-afstandsbediening waarmee de
functies eenvoudig kunnen worden opgeroepen. Ook
voor het regelen van het ruimteklimaat kunnen
sensoren worden ingezet. Ze detecteren de werkelijke
waarde in de ruimte en regelen het airco-systeem of de
verwarming. Ook fan-coil-aktoren kunnen worden
aangestuurd.
®
Busch-triton
met één, drie of vijf bedieningswippen, met of zonder
RTR-functie. De individuele schakelvlakken hebben
ieder een eigen tekstvenster waardoor de bediening
bijzonder gemakkelijk wordt. De onopvallende
verlichting biedt extra oriëntatie, ook in het donker. In
vijf edele kleuren past het design in iedere omgeving.
De kleuren en oppervlakken komen ook weer terug in
andere schakelaarprogramma's van Busch-Jaeger
zodat de gehele gebouwentechniek van het
bedieningselement tot aan de contactdoos optisch
perfect passend kan worden gekozen.
®
is in verschillende varianten verkrijgbaar,

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Busch-Jaeger 6320/10 Series

  • Pagina 1 Het zijn eerder multifunctionele elementen De kleuren en oppervlakken komen ook weer terug in met een vrijwel onbeperkte flexibiliteit. Zo kunnen andere schakelaarprogramma's van Busch-Jaeger individuele bedieningswippen geheel flexibel worden zodat de gehele gebouwentechniek van het geprogrammeerd waarbij iedere zijde verschillende bedieningselement tot aan de contactdoos optisch functies kan schakelen.
  • Pagina 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ..........................13 Veiligheid .................................. 14 Gebruikte aanwijzing en symbolen ....................... 14 Beoogd gebruik ............................15 Beoogd gebruik ............................15 Doelgroep / personeelskwalificatie ....................... 16 2.4.1 Bediening ..............................16 2.4.2 Installatie, inbedrijfname en onderhoud ....................... 16 Veiligheidsinstructies ............................
  • Pagina 3 Inhoudsopgave 8.2.10 Dimmen — stapgrootte bij stapsgewijs dimmen ..................38 8.2.11 Dimmen — dimfunctie ..........................39 8.2.12 Dimmen — cyclisch zenden van dimtelegrammen ..................39 8.2.13 Dimmen — tijd voor telegramherhaling ....................... 39 8.2.14 Dimmen — vrijgaveobject ..........................39 8.2.15 Dimmen —...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 8.2.62 Waarde-dimsensor — maximale waarde 1 byte (0...255) ................53 8.2.63 Waarde-dimsensor — stapgrootte ....................... 53 8.2.64 Waarde-dimsensor — minimale waarde (2 byte float x factor 0,1) .............. 53 8.2.65 Waarde-dimsensor — maximale waarde (2 byte float x factor 0,1) ............. 53 8.2.66 Waarde-dimsensor —...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave 8.3.9 Dimmen — tijd voor lange bediening (s) ...................... 69 8.3.10 Dimmen — werkwijze bedieningswip voor schakelen ................. 69 8.3.11 Dimmen — werkwijze bedieningswip voor dimmen..................69 8.3.12 Dimmen — dimwijze ............................ 70 8.3.13 Dimmen — stapgrootte bij stapsgewijs dimmen ..................70 8.3.14 Dimmen —...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 8.3.61 Waardezender, 2 objecten — waarde 2 (2 byte signed) ................86 8.3.62 Waardezender, 2 objecten — waarde 1 (2 byte unsigned) ................. 86 8.3.63 Waardezender, 2 objecten — waarde 2 (2 byte unsigned) ................. 86 8.3.64 Waardezender, 2 objecten — waarde 1 (4 byte signed) ................87 8.3.65 Waardezender, 2 objecten —...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 8.3.113 Korte/lange bediening — waarde 1 (4 byte unsigned) ................102 8.3.114 Korte/lange bediening — waarde 2 (4 byte unsigned) ................102 8.3.115 Korte/lange bediening – vrijgaveobject ...................... 103 8.3.116 Korte/lange bediening — objectwaarde vrijgave ..................103 8.3.117 Korte/lange bediening — vrijgave na terugkeer busspanning ..............103 8.3.118 RTR-bedrijfsmodus instellen ........................
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 8.10.1 Memotoets 1-2, memotoets rood ....................... 116 8.11 Applicatie ‘RTR’ ............................117 8.11.1 Algemeen – apparaatfunctie ........................117 8.11.2 Algemeen – regelaarfunctie ........................117 8.11.3 Algemeen – bedrijfsmodus na reset ......................118 8.11.4 Algemeen – extra functies ......................... 119 8.11.5 Algemeen –...
  • Pagina 9 Inhoudsopgave 8.11.51 Regeling extra stand koelen – I-aandeel (min) ..................136 8.11.52 Regeling extra stand koelen – geavanceerde instellingen ................ 137 8.11.53 Extra stand koelen ............................. 137 8.11.54 Extra stand koelen – werking stelgrootte ....................137 8.11.55 Extra stand koelen – hysteresis (x 0,1°C) ....................137 8.11.56 Extra stand koelen –...
  • Pagina 10 Inhoudsopgave 8.11.101 Temperatuurdetectie – bedrijfsmodus bij storing ..................150 8.11.102 Temperatuurdetectie – stelgrootte bij storing (0 - 255) ................150 8.11.103 Alarmfuncties ............................. 150 8.11.104 Alarmfuncties – condenswateralarm ......................150 8.11.105 Alarmfuncties – dauwpuntalarm ........................ 151 8.11.106 Alarmfuncties – temperatuur vorstalarm HVAC- en RHCC-status (°C) ............ 151 8.11.107 Alarmfuncties –...
  • Pagina 11 Inhoudsopgave 8.13.13 Bedrijfsmodus overlappend ........................166 8.13.14 Raamcontact .............................. 166 8.13.15 Aanwezigheidsmelder ..........................167 8.13.16 Status verwarmen ............................167 8.13.17 Status koelen ............................. 167 8.13.18 Basisbelasting ............................168 8.13.19 Omschakelen verwarmen/koelen ......................168 8.13.20 Fan-coil handmatig ............................ 169 8.13.21 Fan-coil stand ............................169 8.13.22 Status fan-coil stand ..........................
  • Pagina 12 Inhoudsopgave 8.15.14 Meervoudige bediening, bedieningswip links / rechts ................186 8.15.15 Korte/lange bediening, bedieningswip links / rechts .................. 188 8.15.16 RTR-bedrijfsmodus instellen ........................188 8.15.17 Algemeen ..............................189 8.15.18 Regelaar algemeen ............................ 189 8.15.19 Gewenste waarde algemeen ........................190 8.15.20 Stelgrootte ..............................
  • Pagina 13 Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt Busch- Jaeger geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot Busch- Jaeger of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.de KNX Technisch Handboek 2273-1-8837 / 2CKA002273B8837 │13...
  • Pagina 14 Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt Busch-Jaeger geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of geven nuttige aanwijzingen.
  • Pagina 15 Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 15 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. Busch-Jaeger is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
  • Pagina 16 Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie 2.4.1 Bediening Voor de bediening van het apparaat is geen speciale kwalificatie nodig. 2.4.2 Installatie, inbedrijfname en onderhoud De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen.
  • Pagina 17 Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 230 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 230V-net mogen uitsluitend worden uitgevoerd ■...
  • Pagina 18 Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
  • Pagina 19 Opbouw en functie Opbouw en functie Bedieningselementen 1/2-voudig bedieningselement met verlichte tekststrook en IR-ontvangst De bedieningselementen zijn met vrij programmeerbare ‘grote’ bedieningsvlakken uitgerust. Hieraan kunnen bedieningswip- en toetsgebonden toepassingen worden worden toegewezen. Afb. 1: Bedieningselement6320/10-... 3/6-voudig bedieningselement met verlichte tekststrook en IR-ontvangst Via de extra impulsdrukker bestaat de mogelijkheid alle functies van een toets uit te voeren of bij apparaten met...
  • Pagina 20 Opbouw en functie 5/10-voudig bedieningselement met verlichte tekststrook en IR-ontvangst Via de extra impulsdrukker is het bovendien mogelijk lichtscènes op te slaan of de verlichte tekststroken te schakelen. Afb. 4: Bedieningselement6320/50-... 5/10-voudig bedieningselement met verlichte tekststrook, geïntegreerde ruimtetemperatuurregeling en IR- ontvangst Als alternatief voor het tweede bedieningsniveau kunnen ook de...
  • Pagina 21 Opbouw en functie Beschikbare kleuren platina aluzilver palladium studiowit champagne Afb. 6: Beschikbare kleuren KNX Technisch Handboek 2273-1-8837 / 2CKA002273B8837 │21...
  • Pagina 22 Technische gegevens Technische gegevens Technische gegevens Benaming Waarde Voeding Busspanning: 21 … 30 V DC, via de bus ■ Stroomverbruik: Typisch 10 mA (= 2 busdeelnemers) ■ Aansluitingen KNX: Busaansluitklem ■ Temperatuursensoren Nauwkeurigheid temperatuursensor +/- 0,3 K ■ ■ (afstelling door parameter mogelijk) Sensortype: NTC ■...
  • Pagina 23 Technische gegevens Applicatieoverzicht Functie Bedieningselementen 3/6- 5/10- 3/6- 5/10- 1/2-voudig voudig voudig voudig voudig Met IR-afstandsbediening ■ ■ ■ ■ ■ Schakelen bedieningswip ■ ■ ■ ■ ■ Schakelen impulsdrukker ■ ■ ■ ■ ■ Dimmen bedieningswip ■ ■ ■ ■...
  • Pagina 24 Technische gegevens Kenmerken Bedieningselementen 3/6- 5/10- 3/6- 5/10- 1/2-voudig voudig voudig voudig voudig Bedieningswippen met ■ ■ ■ ■ ■ tekstvenster Verlicht tekstveld ■ ■ ■ ■ ■ Verwijderingsbeveiliging ■ ■ ■ ■ ■ Vrij programmeerbaar ■ ■ ■ ■ ■...
  • Pagina 25 Technische gegevens Maatschetsen 90 mm 90 mm ® ® Bedieningselement Busch-triton 6320/10-... Bedieningselement Busch-triton 6320/30-... 90 mm 90 mm ® Bedieningselement Busch-triton ® 6321/38-... Bedieningselement Busch-triton 6320/50-... en 6321/58-... Afb. 7: Maattekeningen KNX Technisch Handboek 2273-1-8837 / 2CKA002273B8837 │25...
  • Pagina 26 Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Gevaar – Elektrische spanning! Levensgevaar door elektrische spanning van 230 V bij kortsluiting op de laagspanningsleiding. – Laagspannings- en 230V-kabels mogen niet samen in een inbouwdoos worden gelegd! Eisen aan de installateur Gevaar –...
  • Pagina 27 Aansluiting, inbouw / montage Montage Let op! – Beschadiging van het apparaat door gebruik van harde voorwerpen! De kunststofonderdelen van het apparaat zijn kwetsbaar. – Trek het opzetstuk alleen met de hand eraf. – Gebruik in geen geval een schroevendraaier of een soortgelijk hard voorwerp om het op te tillen.
  • Pagina 28 Aansluiting, inbouw / montage 4. Schroef het bovendeel van het apparaat op de draagring. Afb. 10: Apparaat monteren 5. Leg de tekstvelden voor de impulsdrukkers in het apparaat. Het apparaat is gemonteerd. Afb. 11: Tekstvelden voor impulsdrukkers plaatsen KNX Technisch Handboek 2273-1-8837 / 2CKA002273B8837 │28...
  • Pagina 29 Aansluiting, inbouw / montage Elektrische aansluiting Voer de elektrische aansluiting aan de 24 V DC hand van het aansluitschema uit. Afb. 12: Aansluiting busaankoppelaar KNX Technisch Handboek 2273-1-8837 / 2CKA002273B8837 │29...
  • Pagina 30 Bediening Bediening Bediening De bediening gebeurt door het indrukken van de extra impulsdrukker. Het apparaat schakelt naar het niveau voor de RTR-wijziging. Deze omschakeling wordt aangegeven met een omgekeerde weergave van de ingestelde temperatuur (wit met zwarte cijfers). Na een wachttijd van 3 seconden of door de extra impulsdrukker nog een keer in te drukken wordt teruggeschakeld naar het eerste bedieningsniveau.
  • Pagina 31 Bediening Alarmfuncties: De alarmfuncties worden in het midden van het display met het bijbehorende symbool weergegeven. De plaatselijke bediening is op het RTR-bedieningsniveau geblokkeerd. Deactivering uitsluitend door het opheffen van het alarm. Display Functie Vorst-/hittebeveiliging Condenswater Dauwpunt Comfortmodus Stand-bymodus ECO-modus Tab.5: Overzicht alarmfuncties KNX Technisch Handboek 2273-1-8837 / 2CKA002273B8837...
  • Pagina 32 Bediening Meer bedrijfsmodi en alarmen Display Bedrijfsmodus Stand-by: – De stand-by-bedrijfsmodus verlaagt de temperatuur tijdens afwezigheid onder het niveau van de comfort-bedrijfsmodus. Zo kan energie worden bespaard. Tegelijkertijd koelt de ruimte ook tijdens langere afwezigheid niet volledig af. Dauwpunt: – Als door een dauwpuntsensor het bijbehorende telegram wordt ontvangen, zal de ruimtetemperatuurregelaar het bijbehorende symbool afbeelden en niet verder koelen maar slechts tegen hitte beschermen.
  • Pagina 33 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Algemene functies’ Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Algemene functies’ 8.1.1 Object ‘in Bedrijf’ zenden Opties: Cyclisch 0 Cyclisch 1 Het object ‘in bedrijf’ meldt het correcte functioneren van het apparaat op de bus. Dit cyclische programma kan door een extern apparaat worden bewaakt. 8.1.2 Object ‘in bedrijf’...
  • Pagina 34 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Algemene functies’ 8.1.5 Dag-/nachtmodus led Opties: Inactief Actief Als de parameter ‘dag-/nachtmodus’ wordt, wordt nog een 1-bit communicatieobject ‘dag- /nachtmodus led’ weergegeven. Als op het 1-bit communicatieobject ‘dag-/nachtmodus led’ een UIT-telegram wordt ontvangen, worden alle leds uitgeschakeld en blijven deze zolang uitgeschakeld tot via de ontvangst van een AAN-telegram de leds weer in hun vorige (of tussentijds gewijzigde) status ingeschakeld worden.
  • Pagina 35 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.1 Functie bedieningswip 1-5 Opties: Schakelen Dimmen Jaloezie Waardezender Waarde-dimsensor Standenschakelaar Extra naast de bedieningselementen met geïntegreerde RTR: Wijziging gewenste waarde van interne RTR ■ Omschakeling modus / ventilatorstand van interne RTR ■...
  • Pagina 36 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.4 Schakelen – objectwaarde vrijgave Opties: Normaal Omgekeerd Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. Normaal functioneert de vrijgavefunctie als volgt: Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
  • Pagina 37 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.6 Dimmen Deze parameters zijn alleen zichtbaar, als de parameter ‘werking bedieningswip’ op ‘bedieningswipgebonden’ en de functie ‘dimmen’ is ingesteld. Met de applicatie ‘dimmen’ heeft een bedieningswip communicatieobjecten voor het schakelen en dimmen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een korte en lange druk op de toets.
  • Pagina 38 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.9 Dimmen — dimwijze Opties: Start-stop-dimmen Stapsgewijs dimmen Met deze parameter kan tussen de beide dimvarianten ‘start-stop-dimmen’ en ‘stapsgewijs dimmen’ worden gekozen. ‘Start-stop-dimmen’ betekent dat er altijd precies twee 4-bit telegrammen voor het dimmen worden verzonden. Bij activering van een dimcommando wordt een telegram met de informatie ‘100% helderder dimmen’...
  • Pagina 39 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.11 Dimmen — dimfunctie Opties: Korte bediening dimmen, lange bediening schakelen Korte bediening schakelen, lange bediening dimmen Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter ‘dimwijze’ op ‘stapsgewijs dimmen’ wordt ingesteld. Met de parameter ‘dimfunctie” wordt basiswerkwijze van het dimmen vastgelegd. Hierbij is instelbaar of bij kort indrukken van de bedieningswip een schakeltelegram en bij lang indrukken een dimtelegram wordt verzonden, of dat bij lang indrukken een schakeltelegram en bij kort indrukken een dimtelegram wordt verzonden.
  • Pagina 40 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.15 Dimmen — objectwaarde vrijgave Opties: Normaal Omgekeerd Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. Normaal functioneert de vrijgavefunctie als volgt: Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
  • Pagina 41 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.17 Jaloezie Deze parameters zijn alleen zichtbaar, als de parameter ‘werking bedieningswip’ op ‘bedieningswipgebonden’ en de functie ‘jaloezie’ is ingesteld. Met de applicatie ‘jaloezie’ kunnen door korte of lange bediening van de bedieningswip, commando's voor jaloezie-aansturing en/of lamellenverstelling aan aangesloten jaloezieaktoren verzonden worden.
  • Pagina 42 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.21 Jaloezie — waarde voor positie omlaag (%) Opties: 0...100 Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer als objecttype ‘1-byte 0..100%’ is ingesteld. Met deze parameter wordt de positie ingesteld, tot welke een gekoppelde jaloezie omlaag moet bewegen.
  • Pagina 43 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.25 Jaloezie — vrijgaveobject Opties: Inactief Actief Als de parameter ‘vrijgaveobject’ op ‘actief’ ingesteld is, kan de functie via het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ tijdelijk geblokkeerd worden. Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief. Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 44 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.28 Waardezender Deze parameters zijn alleen zichtbaar, als de parameter ‘werking bedieningswip’ op ‘bedieningswipgebonden’ en de functie ‘waardezender’ is ingesteld. Met de applicatie ‘waardezender’ wordt bij het bedienen van de rechter of linker bedieningswipzijde een telegram met een vooraf gedefinieerde waarde verzonden. De applicatie ‘waardezender’...
  • Pagina 45 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.30 Waardezender — werking bedieningswip Opties: Links waarde1, rechts waarde2 Links waarde2, rechts waarde1 Afwisselend waarde1/waarde2 Met de parameter ‘werking bedieningswip’ wordt vastgelegd of via de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip ‘waarde 1’ of ‘waarde 2’ wordt verzonden. Met het gedrag ‘afwisselend waarde1/waarde2”...
  • Pagina 46 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.34 Waardezender — waarde 2 1 byte (0...100%) Opties: 0...100 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 1 byte 0 .. 100% wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 2 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 47 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.39 Waardezender — waarde 1 (2 byte signed) Opties: -32.768...0...32.767 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 2 byte signed wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 48 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.44 Waardezender — waarde 2 (4 byte signed) Opties: -2.147.483.648...0...2147483647 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 4 byte signed wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 2 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 49 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.48 Waardezender — objectwaarde vrijgave Opties: Normaal Omgekeerd Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. Normaal functioneert de vrijgavefunctie als volgt: Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
  • Pagina 50 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.50 Waarde-dimsensor Met de applicatie ‘dimsensor’ is het mogelijk door het indrukken van de bedieningswip een waardetelegram te verzenden. Steeds als de linker- of rechterzijde van de bedieningswip wordt bediend, wordt daarbij een waarde verhoogd of verlaagd. De 1-byte waarde kan aan 1 byte helderheidswaarde-objecten van dimactoren gekoppeld worden.
  • Pagina 51 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.54 Waarde-dimsensor — werking bedieningswip Opties: Links donkerder, rechts helderder Links helderder, rechts donkerder Als de bedieningswip links of rechts bediend wordt, wordt de waarde die door het communicatieobject ‘waarde’ wordt verzonden, verhoogd of verlaagd. Of bij een bediening van de bedieningswip de waarde verhoogd of verlaagd wordt, hangt af van de instelling van de parameter ‘werking bedieningswip’.
  • Pagina 52 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.58 Waarde-dimsensor — minimale waarde 1 byte (0...100%) Opties: 0...100 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op ‘1 byte 0 .. 100%’ is ingesteld. Als de te verzenden waarden tot een bepaald waardebereik begrensd moeten worden, wordt via de parameter ‘minimale waarde’...
  • Pagina 53 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.62 Waarde-dimsensor — maximale waarde 1 byte (0...255) Opties: 0...255 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op ‘1 byte 0 .. 255’ is ingesteld. Als de te verzenden waarden tot een bepaald waardebereik begrensd moeten worden, wordt via de parameter ‘maximale waarde’...
  • Pagina 54 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.66 Waarde-dimsensor — stapgrootte (waarde x factor 0,1) Opties: 0...6707600 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op ‘2 byte float’ (zwevendekommawaarde) is ingesteld. Met de parameter ‘stapgrootte’ wordt de grootte vastgelegd waarmee de huidige waarde bij bediening wordt verhoogd of verlaagd.
  • Pagina 55 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.71 Waarde-dimsensor — maximale waarde (2 byte unsigned) Opties: 0...65.535 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 2 byte unsigned wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 2 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 56 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.76 Waarde-dimsensor — minimale waarde (4 byte unsigned) Opties: 0...4294967295 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 4 byte unsigned wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 57 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.80 Waarde-dimsensor — objectwaarde vrijgave Opties: Normaal Omgekeerd Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. Normaal functioneert de vrijgavefunctie als volgt: Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
  • Pagina 58 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.82 Standenschakelaar Met de applicatie ‘standenschakelaar’ is het mogelijk stapsgewijs te schakelen. Dat betekent dat de gebruiker iedere keer als hij de linker- of rechterzijde van de bedieningswip bedient verschillende schakelprocedures kan activeren. De applicatie detecteert daarbij of de bedieningswip aan de linker- of de rechterzijde bediend wordt.
  • Pagina 59 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.86 Standenschakelaar — bitpatroon objectwaarden Opties: x van n 1 van n Deze parameter is alleen zichtbaar als het ‘objecttype’ op 1 bit is ingesteld. De standen kunnen in twee verschillende bitpatronen worden geschakeld. x uit n (bij 5 objecten, object 0 tot 4): 00000 10000...
  • Pagina 60 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.89 Standenschakelaar — stand 1...5 (2 byte float x factor 0,1) Opties: -670760,64 … 670433,28 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op ‘2-byte float’ wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde vastgelegd die bij indrukken van de bedieningswip, afhankelijk van de gekozen stand, wordt verzonden.
  • Pagina 61 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.94 Standenschakelaar — vrijgaveobject Opties: Inactief Actief Als de parameter ‘vrijgaveobject’ op ‘actief’ ingesteld is, kan de functie via het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ tijdelijk geblokkeerd worden. Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief. Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 62 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.97 Wijziging gewenste waarde van interne RTR Het instellen van de toepassing ‘wijziging gewenste waarde interne RTR’ is alleen bij apparaten met geïntegreerde RTR (3-voudig, 5-voudig) mogelijk. Door deze optie kan de wijziging gewenste waarde van de RTR ook op het bedieningsniveau toegankelijk gemaakt worden. De individuele parameterinstellingen worden echter verder via de RTR-parameterinstellingen aangepast.
  • Pagina 63 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.100 Wijziging gewenste waarde interne RTR — vrijgave na terugkeer busspanning Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. De parameter ‘gedrag vrijgave na spanningsterugkeer’ zorgt ervoor dat het communicatieobject ‘vrijgave’ zich na spanningsterugkeer op een gedefinieerde wijze gedraagt. Hiermee wordt vastgelegd of na spanningsterugkeer op het vrijgaveobject een ‘1’...
  • Pagina 64 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.101 Omschakeling modus / ventilatorstand van interne RTR Het instellen van de toepassing ‘omschakeling modus / ventilatorstand van interne RTR’ is alleen bij apparaten met geïntegreerde RTR (3-voudig, 5-voudig) mogelijk. Door deze optie kan de omschakeling modus / ventilatorstand van interne RTR ook op het bedieningsniveau toegankelijk gemaakt worden.
  • Pagina 65 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5’ 8.2.104 Omschakeling modus / ventilatorstand van interne RTR – vrijgave na terugkeer busspanning Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. De parameter ‘gedrag vrijgave na spanningsterugkeer’ zorgt ervoor dat het communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 66 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.1 Functie bedieningswip 1 - 5 links, bedieningswip 1 - 5 rechts, omschakeltoets — Overzicht Opties: Schakelen Dimmen Rolluik Waardezender Lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie Standenschakelaar...
  • Pagina 67 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.4 Schakelen – reactie op dalende flank Opties: Afwisselend aan/uit Inactief Met de parameter ‘reactie op dalende flank’ wordt ingesteld welke 1-bit waarde bij het loslaten wordt verzonden. Dat kan een AAN-telegram (‘inschakelen’), een UIT-telegram (‘uitschakelen’) of een omschakeltelegram (‘afwisselend aan/uit’) zijn.
  • Pagina 68 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.7 Schakelen – vrijgave na terugkeer busspanning Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. De parameter ‘gedrag vrijgave na spanningsterugkeer’ zorgt ervoor dat het communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 69 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.8 Dimmen Met de applicatie ‘dimmen’ wordt bij bediening een schakel- en/of een dimtelegram verzonden. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kort (schakelen) en lang (dimmen) indrukken van de toets. 8.3.9 Dimmen —...
  • Pagina 70 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.12 Dimmen — dimwijze Opties: Start-stop-dimmen Stapsgewijs dimmen Met deze parameter kan tussen de beide dimvarianten ‘start-stop-dimmen’ en ‘stapsgewijs dimmen’ worden gekozen. ‘Start-stop-dimmen’ betekent dat er altijd precies twee 4-bit telegrammen voor het dimmen worden verzonden.
  • Pagina 71 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.14 Dimmen — dimfunctie Opties: Korte bediening dimmen, lange bediening schakelen Korte bediening schakelen, lange bediening dimmen Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter ‘dimwijze’ op ‘stapsgewijs dimmen’ wordt ingesteld.
  • Pagina 72 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.18 Dimmen — objectwaarde vrijgave Opties: Normaal Omgekeerd Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. Normaal functioneert de vrijgavefunctie als volgt: Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
  • Pagina 73 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.20 Rolluik Met de applicatie ‘rolluik’ kunnen door korte of lange bediening van de bedieningswip commando's voor jaloeziebeweging en/of lamellenverstelcommando's aan gekoppelde jaloezieaktoren worden gezonden. Een korte druk op de toets activeert altijd een stopcommando en een lange druk op de toets altijd een bewegingscommando.
  • Pagina 74 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.23 Rolluik – objectwaarde vrijgave Opties: Normaal Omgekeerd Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. Normaal functioneert de vrijgavefunctie als volgt: Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
  • Pagina 75 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.25 Waardezender Met de applicatie ‘waardezender’ wordt bij indrukken en/of loslaten van de bedieningswip een telegram met een vooraf gedefinieerde waarde verzonden. 8.3.26 Waardezender — objecttype Opties: 1 bit 1 byte 0...100% 1 byte 0...255 2 byte float...
  • Pagina 76 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.27 Waardezender – reactie op stijgende flank Opties: Geen reactie Waarde1 Waarde2 Afwisselend waarde1/waarde2 De applicatie kan onderscheid maken tussen het indrukken en loslaten van de bedieningswip. Het indrukken wordt ‘stijgende flank’ en het loslaten als ‘dalende flank’ aangeduid. Hiermee wordt vastgelegd of ‘waarde 1’...
  • Pagina 77 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.29 Waardezender — waarde 1 (1 bit) Opties: De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype voor statusobject’ op 1 bit wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 (aan of uit) vastgelegd die bij bediening van de rechter of linker zijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 78 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.33 Waardezender — waarde 1 1 byte (0...255) Opties: 0...255 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 1 byte 0 .. 255 wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 79 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.38 Waardezender — waarde 2 (2 byte signed) Opties: -32.768...0...32.767 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 2 byte signed wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 2 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 80 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.43 Waardezender — waarde 1 (4 byte unsigned) Opties: 0...4294967295 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 4 byte unsigned wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 81 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.47 Waardezender – vrijgave na terugkeer busspanning Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. De parameter ‘gedrag vrijgave na spanningsterugkeer’ zorgt ervoor dat het communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 82 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.48 Waardezender, 2 objecten Met de applicatie ‘waardezender, 2 objecten’ kunnen bij indrukken en/of bij het loslaten van de bedieningswip twee telegrammen met vooraf gedefinieerde waarden van twee verschillende communicatieobjecten worden verzonden.
  • Pagina 83 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.50 Waardezender, 2 objecten — objecttype voor waarde 2 Opties: 1 bit 1 byte 0...100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte signed 4 byte unsigned De applicatie ‘waardezender, 2 objecten’...
  • Pagina 84 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.52 Waardezender, 2 objecten — waarde 1 (1 bit) Opties: De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype voor statusobject’ op 1 bit wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 (aan of uit) vastgelegd die bij bediening van de rechter of linker zijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 85 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.56 Waardezender, 2 objecten — waarde 1 1 byte (0...255) Opties: 0...255 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 1 byte 0 .. 255 wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 86 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.60 Waardezender, 2 objecten — waarde 1 (2 byte signed) Opties: -32.768...0...32.767 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 2 byte signed wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 87 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.64 Waardezender, 2 objecten — waarde 1 (4 byte signed) Opties: -2.147.483.648...0...2147483647 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 4 byte signed wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 88 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.68 Waardezender, 2 objecten – reactie op dalende flank Opties: Geen reactie Waarde1 Waarde2 Afwisselend waarde1/waarde2 De applicatie kan onderscheid maken tussen het indrukken en loslaten van de bedieningswip. Het indrukken wordt ‘stijgende flank’...
  • Pagina 89 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.71 Waardezender, 2 objecten — vrijgave na terugkeer busspanning Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. De parameter ‘gedrag vrijgave na spanningsterugkeer’ zorgt ervoor dat het communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 90 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.72 Lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie Met de applicatie ‘lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie” wordt bij het indrukken van de bedieningswip een vooraf gedefinieerd lichtscène-nummer opgeroepen. De applicatie ‘lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie’ stelt voor de rechter- of linkerzijde van de bedieningswip steeds een eigen set parameters en communicatieobjecten beschikbaar.
  • Pagina 91 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.75 Lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie – lichtscène-nummer Opties: 1...64 In de parameter ‘lichtscène-nummer’ kan een willekeurig lichtscènenummer van 1 tot 64 worden vastgelegd, dat bij bediening van de bedieningswip via het 1-byte-communicatieobject ‘lichtscène-nummer’...
  • Pagina 92 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.78 Lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie – vrijgave na terugkeer busspanning Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. De parameter ‘gedrag vrijgave na spanningsterugkeer’ zorgt ervoor dat het communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 93 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.79 Standenschakelaar Met de applicatie ‘standenschakelaar’ is het mogelijk stapsgewijs te schakelen. Dat betekent dat de gebruiker iedere keer als hij de linker- of rechterzijde van de bedieningswip bedient verschillende schakelprocedures kan activeren.
  • Pagina 94 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.82 Standenschakelaar — objecttype Opties: 1 bit 1 byte 0...100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte signed 4 byte unsigned Met de parameter ‘objecttype’ wordt het communicatieobject ‘waarde’ ingesteld. Met de instelling ‘1 bit’...
  • Pagina 95 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.84 Standenschakelaar — stand 1...5 1 byte (0...100%) Opties: 0...10...40...70...80...100 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 1 byte 0 .. 100% wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde vastgelegd die bij indrukken van de bedieningswip, afhankelijk van de gekozen stand, wordt verzonden.
  • Pagina 96 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.89 Standenschakelaar — stand 1...5 (4 byte signed) Opties: -2.147.483.648...0...2147483647 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 4 byte signed wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 97 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.93 Standenschakelaar — vrijgave na terugkeer busspanning Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. De parameter ‘gedrag vrijgave na spanningsterugkeer’ zorgt ervoor dat het communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 98 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.94 Korte/lange bediening Met de applicatie ‘korte/lange bediening’ kunnen bij korte en/of lange bediening van de bedieningswip verschillende waarden worden verzonden. De applicatie ‘korte/lange bediening’ stelt twee communicatieobjecten ‘reactie bij korte bediening’...
  • Pagina 99 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.97 Korte/lange bediening — objecttype waarde 2 Opties: 1 bit 1 byte 0...100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte signed 4 byte unsigned De applicatie ‘korte/lange bediening’...
  • Pagina 100 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.100 Korte/lange bediening — waarde 2 (1 bit) Opties: De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype voor statusobject’ op 1 bit wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 2 (aan of uit) vastgelegd die bij bediening van de rechter of linker zijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 101 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.105 Korte/lange bediening — waarde 1 (2 byte float x factor 0,1) Opties: 0...6707600 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 2 byte float (zwevendekommawaarde) wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd, die bij de bediening van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 102 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.110 Korte/lange bediening — waarde 2 (2 byte unsigned) Opties: 0...65.535 Deze parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘objecttype’ op 2 byte unsigned wordt ingesteld. Hiermee wordt de waarde 2 vastgelegd, die bij het bedienen van de rechter- of de linkerzijde van de bedieningswip wordt verzonden.
  • Pagina 103 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.115 Korte/lange bediening – vrijgaveobject Opties: Inactief Actief Als de parameter ‘vrijgaveobject’ op ‘actief’ ingesteld is, kan de functie via het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ tijdelijk geblokkeerd worden. Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’...
  • Pagina 104 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.118 RTR-bedrijfsmodus instellen Met de applicatie ‘RTR-bedrijfsmodus instellen’ kan door het bediening van een bedieningswipzijde een modusomschakeling bij gekoppelde ruimtetemperatuurregelaars uitgevoerd worden. 8.3.119 RTR-bedrijfsmodus instellen – objecttype voor uitvoer Opties: 1 bit 1 byte...
  • Pagina 105 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningswip 1 – 5 links / rechts / omschakeltoets’ 8.3.122 RTR-bedrijfsmodus instellen – objectwaarde vrijgave Opties: Normaal Omgekeerd Deze parameter is alleen bij geactiveerd vrijgaveobject instelbaar. Normaal functioneert de vrijgavefunctie als volgt: Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
  • Pagina 106 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led bedieningswip 1 – 5’ Applicatie ‘led bedieningswip 1 – 5’ 8.4.1 Bedrijfsmodus Opties: Oriëntatieverlichting Statusverlichting De led kan ofwel voor de weergave van de status (‘statusverlichting’) of ter oriëntatie (‘oriëntatieverlichting’) worden gebruikt. Als de bedrijfsmodus ‘statusverlichting’ is geselecteerd heeft de led een eigen communicatieobject ‘status’.
  • Pagina 107 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led bedieningswip 1 – 5’ 8.4.4 Kleur voor uit Opties: Groen Rood De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘bedrijfsmodus’ op ‘statusverlichting’ en het ‘objecttype voor statusobject’ op ‘1 bit’ wordt ingesteld. 8.4.5 Kleur voor aan Opties: Groen Rood De parameter is alleen instelbaar als de parameter ‘bedrijfsmodus’...
  • Pagina 108 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led bedieningswip 1 – 5’ 8.4.9 Drempel tussen bereik 2 en 3 Opties: 0...66...255 De parameter is alleen instelbaar, als de parameter ‘bedrijfsmodus’ op ‘statusbelichting’ wordt ingesteld en de parameter ‘formaat statusobject’ op ‘1 Byte 0 255%’ wordt ingesteld. Met de parameter ‘drempel tussen bereik 2 en 3’...
  • Pagina 109 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘lichtscène-aktor algemeen’ Applicatie ‘lichtscène-aktor algemeen’ 8.5.1 Aantal scènes Opties: Inactief 1...8 Via het apparaat kunnen tot acht verschillende scènes worden opgeroepen. De parameter ‘aantal scènes’ legt deze vast. Er kan een willekeurig aantal van 1 tot 8 scènes worden ingevoerd.
  • Pagina 110 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘lichtscène-aktor aktorgroep’ Applicatie ‘lichtscène-aktor aktorgroep’ 8.6.1 Lichtscène-aktor aktorgroep Bij de oproep van een scène, worden op de aktorgroep-communicatieobjecten achtereenvolgens telegrammen verzonden. 8.6.2 Objecttype aktorgroep A-H Opties: 1 bit schakelen 1 bit Jalousie 1 byte 0...100% 1 byte 0...255 Lichtscène-nummer 1 byte RTR modus 2 byte float (-33,5°C...93,5°C)
  • Pagina 111 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘scène 1-8’ Applicatie ‘scène 1-8’ 8.7.1 Scènenummer Opties: 1-64 Met de parameter ‘scènenummer’ wordt vastgelegd met welke waarde, die op het 1-byte communicatieobject ‘scène-oproep’ wordt ontvangen, de scène resp. een scène-opslag kan worden opgeroepen. Er kan een willekeurig scène-nummer ingesteld worden van 1 tot 64. 8.7.2 Scène kan opgeslagen worden Opties:...
  • Pagina 112 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘scène 1-8’ 8.7.5 Waarde 1 bit schakelen Opties: Deze parameter is alleen instelbaar als aktorgroep A-H is geactiveerd en de parameter ‘objecttype aktorgroep A-H’ op ‘1 bit schakelen’ is ingesteld. De parameter ‘waarde’ legt vast, of op het 1-bit communicatieobject van de aktorgroep bij een scène-oproep een AAN- of UIT-telegram moet worden verzonden.
  • Pagina 113 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘scène 1-8’ 8.7.9 Waarde temperatuur °C Opties: -33,5 … +93,5 Deze parameter is alleen instelbaar als aktorgroep A-H is geactiveerd en de parameter ‘objecttype aktorgroep A-H’ op ‘temperatuurwaarde absoluut’ is ingesteld. De parameter legt vast, welke waarde op het 2-byte communicatieobject van de aktorgroep bij een scène-oproep moet worden verzonden.
  • Pagina 114 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘infraroodontvanger algemeen’ Applicatie ‘infraroodontvanger algemeen’ 8.8.1 IR-bereik Opties: Inactief Blauw De ingebouwde infrarood ontvanger van de afsluitlijst kan de witte en blauwe infraroodsignalen van de Busch afstandsbediening detecteren. Met de parameter ‘IR-bereik’ kan het detectiebereik tot de ‘witte’ of de ‘blauwe’ frequentieband beperkt worden. 8.8.2 Toetsenpaar 1-5 Opties:...
  • Pagina 115 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘infraroodontvanger toetsenpaar 1-5’ Applicatie ‘infraroodontvanger toetsenpaar 1-5’ 8.9.1 Toetsenpaar 1-5 (wit) Opties: Schakelen Dimmen Jaloezie Waardezender Waarde-dimsensor Standenschakelaar Extra naast de bedieningselementen met geïntegreerde RTR: Opties: Wijziging gewenste waarde van interne RTR Omschakeling modus / ventilatorstand van interne RTR Deze kanalen zijn alleen zichtbaar als de parameter ‘functie toetsenpaar’...
  • Pagina 116 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘infraroodontvanger memotoets 1-2, rood’ 8.10 Applicatie ‘infraroodontvanger memotoets 1-2, rood’ 8.10.1 Memotoets 1-2, memotoets rood Opties: Schakelen Dimmen Rolluik Waardezender Waardezender, 2 objecten Lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie Standenschakelaar Korte/lange bediening RTR-bedrijfsmodus instellen Dit kanaal is alleen zichtbaar, als de parameter ‘IR-bereik’ en ‘Memotoets 1-2, rood’ op ‘actief’ is ingesteld.
  • Pagina 117 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11 Applicatie ‘RTR’ 8.11.1 Algemeen – apparaatfunctie Opties: Enkel apparaat Masterapparaat Slaveapparaat – Enkel apparaat: het apparaat wordt in een ruimte afzonderlijk als kamerthermostaat ingezet. – Masterapparaat: in een ruimte bevinden zich minimaal twee kamerthermostaten. Eén apparaat moet daarbij het masterapparaat en andere als slave- apparaten/temperatuursensoren worden geparametreerd.
  • Pagina 118 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ – Verwarmen en koelen: voor het gebruik van systeem met twee of vier leidingen waarmee een ruimte verwarmd of gekoeld wordt. Daarbij wordt tussen verwarmen en koelen omgeschakeld via een centrale omschakeling (tweeleidingensysteem) of handmatig en/of automatisch via de ruimtetemperatuurregelaar voor een individuele ruimte (vierleidingensysteem).
  • Pagina 119 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.4 Algemeen – extra functies Opties: – Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij, bijvoorbeeld raamcontact en aanwezigheidsmelder. 8.11.5 Algemeen – cyclisch ‘in werking’ zenden (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 3000 minuten – Het communicatieobject ‘in werking’ dient ter informatie, dat de regelaar nog werkt. Er wordt cyclisch de waarde ‘1’...
  • Pagina 120 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.7 Regeling verwarmen – soort stelgrootte Opties: 2-punts 1 bit, uit/aan 2-punts 1 byte, 0/100% PI continu, 0-100% PI PWM, aan/uit Fan-coil Via het regelaartype wordt de regelingsklep voor de aansturing gekozen. – 2-punts 1 bit, uit/aan: de 2-punts regeling is het eenvoudigste type regeling. De regelaar schakelt in als de ruimtetemperatuur onder een bepaald niveau (ingestelde temperatuurwaarde min hysteresis) gedaald is en uit op het moment dat een bepaalde waarde (ingestelde temperatuurwaarde plus hysteresis) wordt overschreden.
  • Pagina 121 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.8 Regeling verwarmen – soort verwarming Opties: PI continu, 0 – 100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld vloerverwarming) 4°C 200 min ■ Convector (bijvoorbeeld radiator) 1,5°C 100min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■ Vrije configuratie ■...
  • Pagina 122 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.10 Regeling verwarmen – I-aandeel (min.) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Het I-aandeel staat voor de nasteltijd van een regeling. Het integrale aandeel zorgt ervoor dat de kamertemperatuur langzaam de gewenste waarde nadert en deze uiteindelijk ook bereikt. Afhankelijk van het gebruikte installatietype moet de nasteltijd verschillende groottes aannemen.
  • Pagina 123 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.15 Basisstand verwarmen – hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
  • Pagina 124 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.18 Basistand verwarmen – PWM-cyclus verwarmen (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 60 minuten Bij PI PWM, aan/uit worden de procentuele stelgroottes omgezet in een puls-pauzesignaal. Dat betekent dat een gekozen PWM-cyclus overeenkomstig de stelgrootte in een aan- en een uit- fase wordt opgedeeld.
  • Pagina 125 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.22 Regeling extra stand verwarmen – soort stelgrootte Opties: 2-punts 1 bit, uit/aan 2-punts 1 byte, 0/100% PI continu, 0-100% PI PWM, aan/uit Fan-coil Via het regelaartype wordt de regelingsklep voor de aansturing gekozen. – 2-punts 1 bit, uit/aan: de 2-punts regeling is het eenvoudigste type regeling. De regelaar schakelt in als de ruimtetemperatuur onder een bepaald niveau (ingestelde temperatuurwaarde min hysteresis) gedaald is en uit op het moment dat een bepaalde waarde (ingestelde temperatuurwaarde plus hysteresis) wordt overschreden.
  • Pagina 126 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.23 Regeling extra stand verwarmen – soort extra verwarming Opties: PI continu, 0-100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld vloerverwarming) 4°C 200 min ■ Convector (bijvoorbeeld radiator) 1,5°C 100min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■...
  • Pagina 127 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.25 Regeling extra stand verwarmen – I-aandeel (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Het I-aandeel staat voor de nasteltijd van een regeling. Het integrale aandeel zorgt ervoor dat de kamertemperatuur langzaam de gewenste waarde nadert en deze uiteindelijk ook bereikt. Afhankelijk van het gebruikte installatietype moet de nasteltijd verschillende groottes aannemen.
  • Pagina 128 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.30 Extra stand verwarmen – hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
  • Pagina 129 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.32 Extra stand verwarmen – cyclisch zenden van stelgrootte (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 60 minuten De door het apparaat gebruikte actuele stelgrootte kan cyclisch naar de bus worden verzonden. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘soort stelgrootte’ ofwel op ‘2-punts 1 bit, aan/uit’, ‘2-punts 1-byte, 0/100%’, ‘PI continu, 0-100%’...
  • Pagina 130 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.34 Regeling koelen Opmerking Alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ ofwel op ‘enkel apparaat’ of ‘masterapparaat’ en de parameter ‘regelaarfunctie’ ofwel op ‘koelen, ‘koelen met extra stand’, ‘verwarmen en koelen’ of ‘verwarmen en koelen met extra standen’ staat. 8.11.35 Regeling koelen –...
  • Pagina 131 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.36 Regeling koelen – soort koeling Opties: PI continu, 0-100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld koelplafond) 5°C 240min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■ Vrije configuratie ■ Er zijn twee voorgeprogrammeerde koeltypen (oppervlak of fan-coil) beschikbaar voor de gebruiker.
  • Pagina 132 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.39 Regeling koelen – geavanceerde instellingen Opties: – Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij, bijvoorbeeld ‘basisstand koelen’. 8.11.40 Basisstand koelen Opmerking Niet beschikbaar als de parameter ‘geavanceerde instellingen’ onder ‘regeling koelen op ‘ja’ staat. 8.11.41 Basisstand koelen – statusobject koelen Opties: De parameter schakelt het communicatieobject ‘status koelen vrij.
  • Pagina 133 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.43 Basisstand koelen – hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
  • Pagina 134 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.45 Basisstand koelen Opmerking Niet beschikbaar als de parameter ‘geavanceerde instellingen’ onder ‘regeling koelen op ‘ja’ staat. 8.11.46 Basisstand koelen – max. stelgrootte (0..255) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 De maximale stelgrootte van de PI-regelaar geeft de maximale waarde aan die de regelaar uitgeeft.
  • Pagina 135 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.48 Regeling extra stand koelen Opmerking Alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ ofwel op ‘enkel apparaat’ of ‘masterapparaat’ en de parameter ‘regelaarfunctie’ ofwel op ‘koelen met extra stand’ of op ‘verwarmen en koelen met extra standen’ staat. Opties: 2-punts 1 bit, uit/aan 2-punts 1 byte, 0/100%...
  • Pagina 136 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.49 Regeling extra stand koelen – soort koeling Opties: PI continu, 0-100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld koelplafond) 5°C 240min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■ Vrije configuratie ■ Er zijn twee voorgeprogrammeerde koeltypen (oppervlak of fan-coil) beschikbaar voor de gebruiker.
  • Pagina 137 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.52 Regeling extra stand koelen – geavanceerde instellingen Opties: Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij, bijvoorbeeld ‘extra stand verwarmen’. 8.11.53 Extra stand koelen Opmerking Niet beschikbaar als de parameter ‘geavanceerde instellingen’ onder ‘regeling extra stand koelen op ‘ja’ staat. 8.11.54 Extra stand koelen –...
  • Pagina 138 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.56 Extra stand koelen – stelgrootteverschil voor zenden stelgrootte koelen Opties: 10 % De stelgroottes van de continue PI-regelaar 0 ... 100 % worden niet na iedere berekening verstuurd, maar alleen als uit de berekening een waardeverschil t.o.v. de laatste verstuurde waarde resulteert waarbij het versturen bovendien zinvol is.
  • Pagina 139 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.59 Extra stand koelen – basisbelasting min. stelgrootte (0..255) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 De minimale stelgrootte van de PI-regelaar geeft de minimale waarde aan die de regelaar uitgeeft. Als de minimale waarde groter dan nul is gekozen, wordt deze waarde niet onderschreden, ook als de regelaar een lagere stelgrootte heeft berekend.
  • Pagina 140 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.63 Gecombineerd verwarmen en koelen – omschakeling verwarmen/koelen Opties: Automatisch Alleen via object Lokaal / via nevenpost en via object Met deze functie kan tussen de verwarmings- en koelmodus van het apparaat worden geschakeld. – automatisch: bijvoorbeeld vierleidingensystemen waarmee op ieder moment kan worden omgeschakeld tussen verwarmen en koelen.
  • Pagina 141 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.66 Gecombineerd verwarmen en koelen – uitgave stelgrootte extra stand verwarmen en koelen Opties: Via 1 object Via 2 objecten Via deze parameter wordt ingesteld of de stelgrootte via één of twee objecten aan de airco- aktor wordt verstuurd. Als de airco-aktor afzonderlijke stelgrootte-ingangen voor verwarmen en koelen heeft of als er afzonderlijke aktoren worden gebruikt, moet de optie ‘via 2 objecten’...
  • Pagina 142 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.69 Instellingen gewenste waarden – hysteresis voor omschakeling verwarmen/koelen (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 100 De parameter legt de enkelzijde hysteresis vast voor de omschakeling tussen verwarmen en koelen als ‘gewenste waarde verwarmen comfort = gewenste koelen comfort’ actief is. Als de ruimtetemperatuur de gewenste temperatuurwaarde plus hysteresis overschrijdt vindt de omschakeling naar koelen plaats.
  • Pagina 143 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.73 Instellingen gewenste waarden – verlaging eco verwarmen (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 15 Vastleggen van de temperatuur bij afwezigheid in de verwarmingsmodus. Bij apparaten met display wordt deze modus aangegeven met het eco-symbool. 8.11.74 Instellingen gewenste waarden – ingestelde temperatuur vorstbeveiliging (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 –...
  • Pagina 144 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.77 Instellingen gewenste waarden – verhoging eco koelen (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 15 Vastleggen van de temperatuur bij afwezigheid in de koelmodus. Bij apparaten met display wordt deze modus aangegeven met het eco-symbool. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’ op ‘koelen, ‘koelen met extra stand’, ‘verwarmen en koelen’...
  • Pagina 145 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.81 Instellingen gewenste waarden – actuele ingestelde waarde zenden Opties: cyclisch en bij verandering alleen bij verandering De actuele ingestelde waarde kan cyclisch en bij wijziging of alleen bij wijziging naar de bus verzonden worden. 8.11.82 Instellingen gewenste waarden – cyclisch zenden van actuele ingestelde temperatuur (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 –...
  • Pagina 146 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.86 Wijziging gewenste waarde – max. handmatige verhoging bij koelen (0 - 15°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 15 Door deze waarde kan een beperking van de handmatige verhoging in de koelmodus worden gerealiseerd. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’ op ‘koelen, ‘koelen met extra stand’, ‘verwarmen en koelen’...
  • Pagina 147 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.89 Wijziging gewenste waarde – resetten van de handmatige verstelling bij wissel van bedrijfsmodus Opties: Als het apparaat naar een nieuwe bedrijfsmodus wisselt, wordt bij geactiveerde parameter de handmatige verstelling gewist en de geparametreerde ingestelde temperatuur van de bedrijfsmodus plus een eventuele verschuiving via het object met de ingestelde basiswaarde overgenomen.
  • Pagina 148 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.93 Temperatuurdetectie – ingangen gewogen temperatuurdetectie Opties: Interne en externe meting 2 x externe meting Interne en 2x externe meting Vastlegging van de ingangen van de temperatuurdetectie van de gewogen meting, die als gemiddelde waarde als ingangsgrootte voor de regeling dienen. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘ingangen temperatuurdetectie’...
  • Pagina 149 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.97 Temperatuurdetectie – cyclisch zenden van actuele werkelijke temperatuur (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 240 De door het apparaat gebruikte werkelijke temperatuur kan cyclisch naar de bus worden verzonden. 8.11.98 Temperatuurdetectie – waardeverschil voor zenden van de werkelijke temperatuur (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 –...
  • Pagina 150 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.101 Temperatuurdetectie – bedrijfsmodus bij storing Opties: Koelen Verwarmen Als de meting van de werkelijke temperatuur uitvalt, kan het apparaat de bedrijfsmodus verwarmen/koelen niet meer zelf bepalen. Daarom wordt hier de bedrijfsmodus gekozen die het beste past voor de bescherming van het gebouw. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’...
  • Pagina 151 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.105 Alarmfuncties – dauwpuntalarm Opties: Bij gebruik van koelmachines kan er tijdens de werking dauwwater ontstaan aan de koelmiddelleidingen door een sterke afkoeling en/of te hoge luchtvochtigheid. De dauwmelder meldt de dauwvorming via het object ‘dauwpuntalarm’ (alleen ontvangend). Daardoor schakelt de regelaar naar een beschermingsfunctie.
  • Pagina 152 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.110 Fan-coil instellingen – ventilatorstanden – formaat standenuitgave Opties: 0..5 0..255 1 bit m van n 1 bit 1 van n – 0..5: de standenwaarden (0..3 of 0..5) worden in het formaat 1 byte als tellerwaarden 0..3 resp.
  • Pagina 153 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.113 Fan-coil instellingen – ventilatorstanden – uitlezing standenstatus Opties: De actuele ventilatorstand voor de aansturing van een fan-coil-aktor ontvangt de regelaar ofwel door bepaling uit de standenwaardentabel onder "fan-coil-instellingen verwarmen" of "fan-coil- instellingen koelen" of door terugmelding van de fan-coil-aktor. Als hier de optie ‘ja’ wordt gekozen, wordt het object ‘status fan-coil stand’...
  • Pagina 154 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.117 Fan-coil instellingen verwarmen – max. ventilatorstand verwarmen bij ecobedrijf Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 5 Vastlegging van de maximaal mogelijke ventilatorstand bij omschakeling naar ecobedrijf. 8.11.118 Fan-coil instellingen koelen Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ op ‘enkel apparaat’...
  • Pagina 155 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.122 Zomercompensatie Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ op ‘enkel apparaat’ of ‘masterapparaat’ staat. 8.11.123 Zomercompensatie – zomercompensatie Opties: Om energie te sparen en om het temperatuurverschil bij het betreden en verlaten van een gebouw met airconditioning binnen aangename grenzen te houden, zou in de zomer bij hoge buitentemperaturen een te sterke verlaging van de kamertemperatuur moeten worden voorkomen (zomercompensatie volgens DIN 1946).
  • Pagina 156 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ Typische waarden voor de zomercompensatie zijn_ 21 °C: laagste buitentemperatuurwaarde ■ 32 °C: hoogste buitentemperatuurwaarde ■ 0 K: laagste offset gewenste waarde ■ 6 K: hoogste offset gewenste waarde ■ Dat betekent dat een geleidelijke verhoging van de minimale ingestelde waarde voor koelen op de buitentemperatuur minus offset ingestelde waarde van 0 tot 6 K plaatsvindt als de buitentemperatuur van 21 °C naar 32 °C stijgt.
  • Pagina 157 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘RTR’ 8.11.126 Zomercompensatie – (hoogste) eindtemperatuur voor zomercompensatie (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen -127 – 127 Met de parameter wordt een waarde vastgelegd voor de hoogste buitentemperatuurwaarde, vanaf welke de instelwaardecorrectie (zomercompensatie) op grond van een te hoge buitentemperatuur wordt uitgevoerd. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar, als de parameter ‘zomercompensatie’...
  • Pagina 158 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Extra RTR – applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 8.12 Extra RTR – applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 8.12.1 Algemeen – terugspringen naar primaire functie Opties: 10 s 20 s 30 s 1 min 2 min 3 min Met de parameter wordt vastgelegd na welke tijd zonder bediening wordt teruggesprongen naar de eerste functie van het bedieningselement.
  • Pagina 159 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Extra RTR – applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 8.12.5 Algemeen – indicatie werkelijke temperatuur Opties: Als de weergave van de werkelijke temperatuur op het display gewenst is, moet de parameter op actief worden gezet. Daarbij geeft het apparaat primair de werkelijke temperatuur aan. Bij bediening van het bedieningselement wisselt de weergave naar de wijziging gewenste waarde.
  • Pagina 160 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Extra RTR – applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 8.12.8 Helderheidsinstelling – dag-/nachtmodus Opties: Met het geactiveerde communicatieobject "dag/nacht" wordt de displayverlichting in dagbedrijf licht en in het nachtbedrijf donkerder weergegeven. Opmerking De werking heeft alleen betrekking op het display en geldt niet voor de toetsverlichting.
  • Pagina 161 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Extra RTR – applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 8.12.10 Geavanceerde instellingen – kleurenschema displayverlichting Opties: in kleur zwart-wit Het apparaat beschikt over een standaard ingesteld kleurconcept voor de ruimtetemperatuurregelaar. Dat betekent dat op het display de bedrijfsmodi worden weergegeven. Gewenste temperatuur < werkelijke temperatuur = oranje (warmer, verwarmen) ■...
  • Pagina 162 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13 Communicatieobjecten – KT 8.13.1 Stelgrootte verwarmen Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Stelgrootte verwarmen Uitgang 1. Schakelen (stelgrootte verwarmen/koelen) 2. Procent (0..100%) Beschrijving 1. Met het object wordt een schakelende ventielklep bediend, bijvoorbeeld een thermo- elektrische ventielklep die door een schakel-/verwarmingsaktor wordt aangestuurd. 2.
  • Pagina 163 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.4 Extra stand koelen Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Extra stand koelen Uitgang 1. Schakelen 2. Procent (0..100%) Beschrijving 1. Met het object wordt een schakelende ventielklep bediend, bijvoorbeeld een thermo- elektrische ventielklep die door een schakel-/verwarmingsaktor wordt aangestuurd. 2.
  • Pagina 164 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT Opmerking Een externe temperatuurmeting voor de ruimteregeling is eventueel bij grotere ruimtes en/of vloerverwarmingen zinvol. 8.13.7 Externe werkelijke temperatuur Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 2-byte- Externe werkelijke temperatuur Ingang zwevendekommawaar 2-byte-communicatieobject voor de detectie van een via de KNX-bus beschikbaar gestelde externe temperatuurwaarde 8.13.8 Externe werkelijke temperatuur 2...
  • Pagina 165 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.10 Lokale werkelijke temperatuur Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Lokale werkelijke temperatuur Uitgang Schakelen Onzichtbaar! 8.13.11 Actuele ingestelde waarde Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Actuele ingestelde waarde Uitgang 2-byte- zwevendekommawaar Het object geeft de actuele ingestelde temperatuurwaarde uit, die uit de geparametreerde ingestelde temperatuur in de actuele bedrijfsmodus en het actuele bedrijf, de handmatige verstelling van de ingestelde temperatuur en door wijziging van de ingestelde basistemperatuur via het object van de ingestelde basiswaarde resulteert.
  • Pagina 166 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.13 Bedrijfsmodus overlappend Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Bedrijfsmodus overlappend Ingang HVAC-modus 2. Bedrijfsmodus overlappend Ingang HVAC-modus (master/slave) Het object ‘bedrijfsmodus overlappend’ ontvangt de in te stellen bedrijfsmodus als 1-byte- waarde. Daarbij betekent de waarde 0 ‘overlapping inactief, de waarde 1 ‘comfort’, de waarde 2 ‘stand-by’, de waarde 3 ‘economy’...
  • Pagina 167 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.15 Aanwezigheidsmelder Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Aanwezigheidsmelder Ingang Schakelen 2. Aanwezigheidsmelder Ingang Schakelen (master/slave) Het object signaleert met de waarde 1 aan de regelaar dat er zich personen in de ruimte bevinden. Als er geen ander object met een hogere prioriteit aanwezig is, wordt met ‘aanwezigheidsmelder’...
  • Pagina 168 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.18 Basisbelasting Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Basisbelasting In-/uitgang Schakelen Het object activeert met de waarde 1 een geparametreerde basisbelasting, d.w.z. een minimale stelgrootte die groter is dan nul. Met de waarde 0 wordt de basisbelasting uitgeschakeld. Bij uitgeschakelde basisbelasting kan bij het bereiken van de ingestelde temperatuur de stelgrootte ondanks de geparametreerde minimale waarde eventueel tot nul worden teruggezet.
  • Pagina 169 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.20 Fan-coil handmatig Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Fan-coil handmatig Uitgang Schakelen 2. Fan-coil handmatig (master) Uitgang Schakelen 3. Fan-coil handmatig (slave) Uitgang Schakelen Door het 1-bit-communicatieobject kan een fan-coil-aktor in de handmatige of terug in de automatische ventilatormodus worden gezet.
  • Pagina 170 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.22 Status fan-coil stand Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Status fan-coil stand In-/uitgang 2-byte- zwevendekommawaar Via het object ‘status fac-coil stand’ ontvangt de kamerthermostaat de ventilatorstand die de fan-coil-aktor op dat moment uitvoert. 8.13.23 Ventilatorstand 1 Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype...
  • Pagina 171 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.27 Ventilatorstand 5 Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Ventilatorstand 5 Uitgang Schakelen Via het 1-bit communicatieobject wordt de actieve toestand (1) van de ventilatorstand uitgegeven, de andere ventilatorstanden zijn afhankelijk van de parametrering gedeactiveerd (0). Als de ventilatorstand inactief is, bevindt zich de waarde (0) op het object. 8.13.28 Ingestelde basiswaarde Nummer Naam...
  • Pagina 172 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.31 Condenswateralarm Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Condenswateralarm Ingang Schakelen 2. Condenswateralarm Ingang Schakelen (master/slave) Via het 1-bit communicatieobject wordt de regelaar in de condenswater-alarmmodus gezet. Daarmee wordt de actuele ingestelde waarde op de gewenste waarde van de hittebescherming ingesteld, zodat een beschadiging van de bouwsubstantie door overlopen van de condensaat- opvangbak wordt vermeden.
  • Pagina 173 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.33 Zomercompensatie actief Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Zomercompensatie actief Uitgang Schakelen Via het 1-bit communicatieobject wordt via de bus weergegeven of de zomercompensatie actief (1) of inactief (0) is. Als deze actief is, wordt de ingestelde temperatuur voor de koelmodus door de zomercompensatiefunctie verhoogd.
  • Pagina 174 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.36 Display-verlichting Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Display-verlichting In-/uitgang Schakelen Met het 1-bit communicatieobject wordt door de waarde (1) de display-verlichting geactiveerd en met de waarde (0) gedeactiveerd. Opmerking Deze functie wordt vooral gebruikt in ruimtes waarin de verlichting 's nachts als storend ervaren wordt, bijvoorbeeld in hotel- of slaapkamers.
  • Pagina 175 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT (master) 2. Gewenste waarde bevestigen In-/uitgang Procent (0..100%) (slave) Het 1-byte communicatieobject moet met het bijbehorende slave-communicatieobject voor de synchronisatie van de apparaten in master-/slavebedrijf worden verbonden. 8.13.41 Verwarmen/koelen vraag Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Verwarmen/koelen vraag Ingang Schakelen (master)
  • Pagina 176 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 8.13.45 Regelaarstatus RHCC Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Regelaarstatus RHCC Uitgang 2-byte- zwevendekommawaar Het communicatieobject geeft de bedrijfsmodus verwarmen/koelen, de actieve/inactieve modus, vorst- en hittealarm en storing (uitval van de meting van de werkelijke temperatuur) volgens specificatie voor de RHCC (Room Heating Cooling Controller)-status uit. 8.13.46 Regelaarstatus HVAC Nummer Naam...
  • Pagina 177 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Extra RTR – communicatieobjecten ‘bedieningsinstellingen’ 8.14 Extra RTR – communicatieobjecten ‘bedieningsinstellingen’ 8.14.1 Dag- / nachtbedrijf Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Dag- / nachtbedrijf – Schakelen Beschrijving Met het geactiveerde communicatieobject ‘dag-/nachtbedrijf’ wordt de displayverlichting in dagbedrijf licht en in het nachtbedrijf donkerder weergegeven. Opmerking: De werking heeft alleen betrekking op het display en geldt niet voor de toetsverlichting.
  • Pagina 178 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15 Communicatieobjecten 8.15.1 Schakelen, bedieningswip geheel Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü, A Met de applicatie ‘schakelen, bedieningswip geheel’ wordt bij het aanraken van de rechter- of linkerzijde van de bedieningswip een schakeltelegram verzonden. De applicatie ‘schakelen, bedieningswip geheel’...
  • Pagina 179 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.4 Dimmen, bedieningswip links/rechts Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen 1 bit EIS2 / DPT 1.001 K, S, Ü, A Relatief dimmen 4 bit EIS2 / DPT 3.007 K, Ü Met de applicatie ‘dimmen, bedieningswip links/recht’ heeft een bedieningswip communicatieobjecten voor het schakelen en dimmen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen korte (schakelen) en lange (dimmen) druk op de toets.
  • Pagina 180 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.6 Jaloezie, bedieningswip links / rechts Objectnaam Gegevenstype Flags Verstellen (1 bit) 1 bit EIS7 / DPT 1.007 K, S, Ü, A Verstellen (1 byte) 1 byte EIS6 / DPT 5.001 K, S, Ü, A Sturen (1 bit) 1 bit EIS7 / DPT 1.008 K, S, Ü, A Sturen (1 byte)
  • Pagina 181 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.8 Waardezender, bedieningswip links / rechts Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen (1 bit) 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü, A Schakelen (1 byte 0..100 %) 1 byte EIS6 / DPT 5.001 K, S, Ü, A Schakelen (1 byte 0..255) 1 byte EIS14 / DPT 5.010 K, S, Ü, A Schakelen (2 byte float)
  • Pagina 182 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.9 Waardezender, 2 objecten, bedieningswip links / rechts Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen (stijgende flank) (1 bit) 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü, A Schakelen (stijgende flank) (1 byte 0..100%) 1 byte EIS6 / DPT 5.001 K, S, Ü, A Schakelen (stijgende flank) (1 byte 0..255) 1 byte EIS14 / DPT 5.010...
  • Pagina 183 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.10 Waarde-dimsensor, bedieningswip geheel Objectnaam Gegevenstype Flags Waarde 1 byte / EIS6/14 / DPT 5.001 / K, S, Ü, A DPT 5.010 Met de applicatie ‘waarde-dimsensor geheel’ is het mogelijk door het indrukken van de bedieningswip een 1-byte-waardetelegram te verzenden. Steeds als de linker- of rechterzijde van de bedieningswip wordt bediend wordt daarbij een 1- byte waarde (procentueel of waarden van 0 tot 255) verhoogd of verlaagd.
  • Pagina 184 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.12 Standenschakelaar, bedieningswip geheel Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen stand 1 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü Schakelen stand 2 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü Schakelen stand 3 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü...
  • Pagina 185 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.13 Standenschakelaar, bedieningswip links / rechts Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen stand 1 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü Schakelen stand 2 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü Schakelen stand 3 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü...
  • Pagina 186 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.14 Meervoudige bediening, bedieningswip links / rechts Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen 1 meervoudige bediening (1 bit) 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü Schakelen 1 meervoudige bediening (1 byte 1 byte EIS6 / DPT 5.001 K, S, Ü 0..100 %) Schakelen 1 meervoudige bediening (1 byte 1 byte EIS14 / DPT 5.010...
  • Pagina 187 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten Objectnaam Gegevenstype Flags Schakelen 3 meervoudige bediening (4 byte 4 byte EIS11 / DPT 13.001 K, S, Ü signed) Schakelen 3 meervoudige bediening (4 byte 4 byte EIS11 / DPT 12.001 K, S, Ü unsigned) Schakelen 4 meervoudige bediening (1 bit) 1 bit EIS1 / DPT 1.001 K, S, Ü...
  • Pagina 188 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.15 Korte/lange bediening, bedieningswip links / rechts Objectnaam Gegevenstype Flags Verstellen (1 bit) 1 bit EIS7 / DPT 1.007 K, S, Ü, A Verstellen (1 byte) 1 byte EIS6 / DPT 5.001 K, S, Ü, A Sturen (1 bit) 1 bit EIS7 / DPT 1.008 K, S, Ü, A Sturen (1 byte)
  • Pagina 189 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.17 Algemeen Functie Objectnaam Gegevenstype Flags In werking Algemeen 1 bit EIS1 / DPT K, Ü 1.001 In-/uitschakelen van het Bedrijfsmodus 1 bit EIS1 / DPT K, S, Ü, L apparaat 1.001 Indicatie-eenheid °C/°F Algemeen 1 bit EIS1 / DPT K, S, L schakelen 1.001...
  • Pagina 190 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.19 Gewenste waarde algemeen Functie Objectnaam Gegevenstype Flags Actuele ingestelde waarde Regeling 2 byte K, Ü, S, L koelen Actuele ingestelde waarde Regeling 2 byte K, Ü, S, L verwarmen Ingestelde basiswaarde Regeling 2 byte K, Ü, S, L Gewenste waarde verwarmen Regeling 2 byte...
  • Pagina 191 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.22 Fan-coil algemeen Functie Objectnaam Gegevenstype Flags Automatisch in-/uitschakelen Ventilator 1 bit EIS1 K, S, Ü, L automatisch/handmati DPT1.001 Handmatig in-/uitschakelen Ventilator 1 bit K, S, Ü, L automatisch/handmati Ventilatorstand handmatig 1 Ventilator handmatig 1 byte K, S, Ü, L byte Status bedrijfstoestand fan- Status fan-coil werking...
  • Pagina 192 Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten 8.15.26 Compensatie Functie Objectnaam Gegevenstype Flags Zomercompensatie actief Regeling 1 bit K, S, Ü, L Wintercompensatie actief Regeling 1 bit K, S, Ü, L 8.15.27 Ventilatorstand – status Functie Objectnaam Gegevenstype Flags Status stand 1 Status fan-coil werking 1 bit EIS1 K, S DPT1.001...
  • Pagina 193 Index Index Basisstand koelen – werking stelgrootte ......132 ‘ Basisstand verwarmen ............122 ‘Applicatie ................157 Basisstand verwarmen – basisbelasting min. stelgrootte ‘Instellingen ................ 142 (0..255) ................124 Basisstand verwarmen – cyclisch zenden van stelgrootte (min) ................123 Aan/uit vraag ..............174 Basisstand verwarmen – hysteresis (x 0,1°C) ....123 Aansluiting, inbouw / montage ..........
  • Pagina 194 Index Drempel tussen bereik 2 en 3 ..........108 Functie bedieningswip 1-5 ...........35 Eisen aan de installateur ............. 26 Geavanceerde instellingen – kleurenschema Elektrische aansluiting ........... 27, 29 displayverlichting ............161 Externe werkelijke temperatuur ......... 164 Gebruikte aanwijzing en symbolen ........14 Externe werkelijke temperatuur 2 ........
  • Pagina 195 Index Jaloezie — objecttype ............41 Lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie – vrijgave na Jaloezie – objectwaarde vrijgave ......... 43 terugkeer busspanning............92 Jaloezie — vrijgaveobject ............ 43 Lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie – vrijgaveobject Jaloezie — waarde voor lamellenpositie omhoog (%) ..42 ..................91 Jaloezie —...
  • Pagina 196 Index Regeling koelen – I-aandeel (min.) ........131 Stelgrootte koelen ..............162 Regeling koelen – P-aandeel (x 0,1°C) ......131 Stelgrootte verwarmen ............162 Regeling koelen – soort koeling ........131 Storing werkelijke temperatuur ..........164 Regeling koelen – soort stelgrootte ........130 Regeling verwarmen ............
  • Pagina 197 Index Waarde-dimsensor — maximale waarde 1 byte (0...100%) 52 Waardezender, 2 objecten — waarde 1 (2 byte float x factor Waarde-dimsensor — maximale waarde 1 byte (0...255) ... 53 0,1) ..................85 Waarde-dimsensor — minimale waarde (2 byte float x factor Waardezender, 2 objecten —...
  • Pagina 198 Een onderneming van de ABB- Aanwijzing groep Wij behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

6320/30 series6321/38 series6320/50 series6321/58 series