Werken met het menu
Een melder in een melderzone
isoleren
Beschrijving
Deze functie kan worden gebruikt om
afzonderlijke melders te isoleren voordat het
systeem ingeschakeld is. Bereiken met
geïsoleerde melderzones kunnen betreden
worden als het systeem ingeschakeld is,
zonder dat er een alarm geactiveerd wordt.
Voldoet niet aan de VdS.
Zo gaat u te werk
1. Om „ISOLEER ZONES" vanuit het menu
op te vragen, zie hoofdstuk „Functies
opvragen en beëindigen".
06: MG UIT
2. Vraag melderzone op.
Door op de toets „ENTER" te drukken,
verschijnt
de
eerste
geïsoleerd kan worden en de status ervan
(ON/OFF).
ZO
0001 = AAN
v
3. Vraag nog meer melderzones op.
Door met de
toetsen te scrollen of
door directe invoer van het adres via het
bedieningspaneel, verschijnen er nog meer
melderzones
die
worden.
ZO
0002 = AAN
v
4. Zoek naar „Melder".
Druk 2 x op de middelste
de weergave van afzonderlijke melders
mogelijk te maken.
ZO
0002 = UIT
?
v MELDER
All manuals and user guides at all-guides.com
melderzone,
die
geïsoleerd
kunnen
toets 2 om
- 85 -
5. Vraag melder op.
Door op de rechter
verschijnt
de
eerste
geselecteerde melderzone.
0002 – 01
= AAN
v
6. Vraag nog meer melders op.
Door met de rechter
kan
een
bepaalde
melderzone geselecteerd en weergegeven
worden.
0002 – 13
= AAN
v
7. Start het isoleren.
Zodra de uit te schakelen melderzone
opgevraagd is, wordt het isoleren gestart
door op de middelste
drukken.
0002 – 13
= AAN
AAN
v
UIT
8. Isoleer melder.
Druk op de rechter
melder te isoleren. Nadat de isolatie
afgesloten is, verschijnt de nieuwe status
van de melder (=OFF).
0002 – 13
= UIT
v
9.
Reset.
Durk 2 x op de toets „STOP". Met de toets
„STOP" wordt het apparaat één niveau
gereset. Het menu verschijnt.
06: MG UIT
toets te drukken,
melder
van
de
toets te scrollen,
melder
uit
deze
toets te
toets om de