1
ALGEMENE INSTALLATIE- EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.1.1
Algemeen
Installatie van het middenspanningsbord is strikt voorbehouden aan daartoe
opgeleide en bevoegde operators met inachtneming van de plaatselijk geldende
veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
De feitelijke aansluiting en eerste inbedrijfstelling moet geschieden door daartoe
opgeleid en geautoriseerd personeel in dienst van de stroomleverende
maatschappij.
•
Zie ook "Algemene veiligheidsvoorschriften en –instructies".
•
Laat nooit gereedschap of bevestigingsmaterialen in of op het middenspanningsbord
achter.
•
Installeer het middenspanningsbord uitsluitend in ruimten die volledig beantwoorden
aan de volgende aanbevelingen (volgens IEC 60298)
1.1.2
Aanbevelingen - opstellingsruimte
De aanbevelingen inzake de opstellingsruimte worden onderverdeeld in aanbevelingen op
het gebied van:
•
de vloeroppervlakte
•
de omgevingscondities
•
de ventilatie
•
de vrije hoogte van de opstellingsruimte
•
de afmetingen van de toegangsdeuren van de opstellingsruimte
•
de vrije doorgang vóór de cellen
•
de boogvlamvastheid
1.1.2.1 Vloeroppervlakte
De ondergrond waarop het middenspanningsbord moet worden geplaatst, moet voldoende
stevig en geheel vlak zijn. Het maximaal toelaatbare niveauverschil bedraagt 2 mm/m.
DW645112
1-1