GEBRUIKSAANWIJZING
BEDIENINGSELEMENTEN
De koelkast kan zowel op 230 V, 12 V als op flessengas
werken. De keuze van een van deze energiebronnen wordt
gemaakt door middel van de bedieningselementen zoals
getoond in figuur 3.
Twee wipschakelaars bepalen de spanningskeuze: een
voor 230 V (B) en een voor 12 V (A).
De koelkasttemperatuur wordt bij gebruik op 230 V door de
thermostaat (C) geregeld.
De gastoevoer wordt door het draaien van knop (D) geo-
pend of gesloten. Tijdens het ontsteken moet de knop
ingedrukt blijven, zoals in het hierna volgende toegelicht
wordt.
De koelkasttemperatuur wordt bij gebruik op flessengas
door de gasregelaar (E) geregeld. De gasregelaar is niet
voorzien van een UIT-stand.
De gasvlam wordt in de modell RM 4271 elektronisch ont-
stoken en eventueel opnieuw ontstoken. Daarom moet de
wipschakelaar (F) bij gebruik op gas ingeschakeld zijn.
Een indikatielampje knippert zolang de automatische ont-
steker bezig is de brander te ontsteken. Bij het normale
gebruik van de koelkast brandt het lampje niet.
In de modell RM 4270 wordt de gasvlam met een handbe-
diende piezo-onteker ontstoken. Door het drukken op knop
(G) ontstaan vonken aan de brander.
In de koelkast, links en bij de boden in de achterwand,
bevindt zich een kijkglaasje. Als de brander werkt is de
blauwe gasvlam door dit glaasje zichtbaar. (RM 4270)
STARTEN VAN DE KOELKAST
De positie-indikaties hebben betrekking op figuur 3.
Let op! Schakel steeds slechts één energiebron in
Gebruik op flessengas
Tijdens de eerste inbedrijfname kan het lang duren voor de
gasvlam ontsteekt. Dat is ook zo na een eventuele reparatie
of na het verwisselen van de gasfles. De oorzaak, lucht in
de leiding, kan versneld weggenomen worden door eerst
even een ander gasverbruikend toestel, bijvoorbeeld het
kooktoestel, aan te steken.
Voor u het gebruik op gas inschakelt:
1. Kraan van de gasfles openen en eventuele tussenkraan
openen. Het spreekt voor zichzelf dat u er zich van
overtuigd hebt dat de fles niet leeg is.
2. Kontroleren dat net- en 12 V-gebruik uitgeschakeld zijn.
Bij het model RM 4271 gaat u als volgt tewerk:
3. Gastoevoer openen door het indrukken van knop (D) en
dan in de stand
draaien.
4. Knop (E) van de thermostaat in de hoogste stand
draaien.
5. Schakelaar (F) inschakelen. Het knipperen van de scha-
kelaar, begeleid door een tikkend geluid, geven aan dat
vonken aan de brander verzorgd worden.
6. De knop (D) indrukken, waardoor de vlambeveiliging zich
opent en het gas naar de brander stroomt.
7. Zodra de vlam brandt houdt het vonken automatisch op.
De schakelaar knippert niet meer.
8. Knop (D) nog 10-15 sekonden ingedrukt houden en
daarna loslaten. Die tijd heeft de beveiliging nodig om
heet te worden en aan te trekken.
Indien de schakelaar opnieuw gaat knipperen, dan de
punten 6 t/m 8 herhalen. Indien de schakelaar af en toe
knippert betekent dat dat de vlam onrustig brandt door
windinvloed of nog erg koude brander. Daar hoeft u zich
geen zorgen over te maken.
Bij het model RM 4270 gaat u als volgt tewerk:
3. Gastoevoer openen door het indrukken van knop (D) en
dan in de stand
4. Knop (E) van de thermostaat op de hoogste stand draai-
en.
5. De knop van de vlambeveiliging (D) ingedrukt houden en
om de 2-3 sekonden de ontsteker (G) bedienen, tot de
vlam brandt.
6. Knop (D) nog 10-15 sekonden ingedrukt houden en
daarna te loslaten. Die tijd heeft de beveiliging nodig om
heet worden en aan te trekken.
Dat de gasvlam brandt ziet men indien men de deur opent
en door een kijkglaasje, links onderin, een blauw licht ziet.
Het gebruik op gas wordt uitgeschakeld door de knop (D)
op `` '' te draaien en (indien aanwezig) de wipschakelaar
(F) op ``0'' te schakelen.
Gebruik op 230 V
Het eventuele gebruik op gas of 12 V uitschakelen.
Knop van de thermostaat (C) op de hoogste stand draai-
en.
Wipschakelaar (B) in de AAN-stand ``I'' schakelen. Indien
de netspanning aanwezig is, licht de schakelaar groen
op.
Gebruik op 12 V
Op 12 V gebruiken mag uitsluitend gedurende het rijden,
dus met lopende motor. Bij niet-lopende motor wordt de
akku snel ontladen.
Het eventuele gebruik op gas uitschakelen.
Wipschakelaar (A) in de AAN-stand ``I'' schakelen en
eventueel de schakelaar uitschakelen.
BEDRIJF IN DE WINTER
Controleer of het ventilatierooster en de rookgasuitlaat niet
verstopt zijn door sneeuw, gebladerte, enz.
Het ELECTROLUX-ventilatierooster A 1609 (Fig. 2) kan
worden voorzien van winterafdekkingen WA 111, waarmee
het koelaggregaat wordt beschermd tegen te koude lucht.
Deze afdekkingen kunnen worden gemonteerd zodra de
temperatuur van de buitenlucht lager is dan ca. 10°C en
moeten zijn gemonteerd bij temperaturen onder nul.
Wij adviseren dat u bij winterstalling van het voertuig de
afdekkingen monteert.
50
draaien.