men worden. Deze voorschriften moeten door de exploitant van
de laadapparaat op een geschikte plaats opgehangen resp. ter
inzage klaargelegd worden.
Tip!
Worden tijdens het gebruik van het laadapparaat vei-
ligheidsvoorschriften niet in acht genomen, dan vervalt
elke vorm van garantie en aansprakelijkheid van de
fabrikant/leverancier.
2.2 Bedoeld gebruik
Het laadapparaat is uitsluitend voor het laden van loodaccu's
bestemd. Er kunnen, afhankelijk van het vooraf ingestelde laad-
programma, natte accu's of gesloten, onderhoudsvrije tractie-
batterijen geladen worden.
Het apparaat dient zowel voor het laden van natte accu's, als
ook van gesloten, onderhoudsvrije tractiebatterijen. Neem
a.u.b. de voorschriften van de fabrikant van de accu in acht!
Voor alle andere accu's en niet oplaadbare accu's is het
laadapparaat niet geschikt!
Elk ander gebruik geldt als niet bedoeld. Voor schade die heruit
ontstaat, is alleen de exploitant van de laadapparaat verant-
woordelijk.
Tot het bedoeld gebruik behoort ook het in acht nemen van
deze gebruiks-aanwijzing.
Het laadapparaat mag alleen in technisch perfecte toestand
worden gebruikt. Het exploiteren moet rekening houdend met
veiligheid en gevaren gebeuren. Alle storingen en schaden, met
name storingen en schaden die de veiligheid van de bediener
van de laadapparaat kunnen schaden, moeten direct verholpen
worden. Als voor de veiligheid relevante storingen optreden,
moet het laadapparaat direct buiten werking worden gezet.
Storingen moeten direct bij de verantwoordelijke instantie of bij
een gemachtigde persoon worden gemeld.
2.3 Geautoriseerde bediener
Een geautoriseerd bediener is alleen diegene die de gebruiks-
aanwijzing
gelezen
Wijzigingen (bv. spanningsaanpassing) of reparaties (bv. ver-
vangen van de GS-zekering) mogen alleen door elektriciens
worden uitgevoerd.
2.4 Bij commercieel gebruik
Wordt het laadapparaat voor commerciële doeleinden gebruikt,
dan geldt bovendien:
De bediener moet door speciale instructies of opleidingen met
het laadproces van loodaccu's en hun gebruik vertrouwd zijn.
Alleen geautoriseerd personeel mag werkzaam zijn.
Verbouwingen aan en wijzigingen van het apparaat zijn om vei-
ligheidsredenen verboden: veiligheidsaarding in acht nemen!
4
9.0112
en
begrepen
heeft.
3
Opbouw
Het apparaat bevat een stuurbaar, hoogfrequent geklokt ver-
mogensonderdeel, een met een microprocessor gestuurde laa-
delektronica en een bedienings- en weergavefolie met toetsen
en 4 LED's.
De afzonderlijke bouwgroepen van het apparaat zijn in een sta-
biele aluminium behuizing met een metalen kap ingebouwd.
Net- en accu-aansluiting worden met de desbetreffende net- en
laadkabels verricht.
Opgelet!
Netaansluitwaarden van het typeplaatje in acht nemen!
Het typeplaatje bevindt zich op de achterkant van het
apparaat.
4
Opstellen en in gebruik nemen
4.1
Opstellen
Het apparaat mag alleen in gesloten ruimten worden gebruikt.
De plaats van opstelling resp. montage moet zo gekozen wor-
den dat de ventilatiesleuven niet afgedekt worden en het door-
stromen van de koellucht niet gehinderd wordt. Het apparaat
mag niet in de buurt van verwarmingen of andere warmtebron-
nen opgesteld of gemonteerd worden. Bij het opstellen/mon-
teeren moet er verder op gelet worden dat er geen agressieve
gassen, bv.zuurnevel, geleidend stof etc. in het apparaat binnen
kunnen dringen. Het apparaat voldoet aan de beschermings-
graad IP 20.
4.2 Netaansluiting
Netspanning en -frequentie moeten met de gegevens van het
typeplaatje overeenstemmen.
Het apparaat moet overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
van het elektriciteitsbedrijf tegen te hoge contactspanningen
beschermd worden.
De toe te passen netzekering moet uit onderstaande tabel
gehaald worden:
Nominale stroom
0 - 6 A
6 - 10 A
10 - 16 A
Er kunnen gL smeltzekeringen gebruikt worden of veiligheids-
automaten met B- of C-karakteristiek.
4.2.1 Stroomuitval
Het apparaat start na elke stroomonderbreking, die groter is
dan 20 ms, een nieuw laadproces.
Acculader type BC1216, BC1225, BC1235, BC2416, BC2425, BC2450, BC2465
Netzekering
6 A gL
10 A gL
16 A gL