WEERSTANDSTEST
Dit apparaat kan lage weerstanden meten tussen
1 Ohm en 1999 Ohm met een resolutie van 1
Ohm. Voor een weerstandstest:
· Voer een spanningstest uit om te controleren of
de geteste eenheid niet onder spanning staat.
De spanning moet 0 Volt zijn.
· Hou de LED-flashlightknop / weerstandstest-
knop [07] 2 seconden ingedrukt.
· Sluit de twee testsondes aan op de geteste
eenheid en lees de weerstandswaarde af op
het LCD-scherm [05].
· Hou de LED-flashlightknop / weerstandstest-
knop [07] 2 seconden ingedrukt om de weer-
standstest te deactiveren.
Om de batterij te sparen, wordt de functie auto-
matisch uitgeschakeld.
DRAAIVELDINDICATIE
Deze spanningstester is uitgerust met een dub-
belpolige draaiveldindicatie. Deze draaifase-in-
dicatie is altijd actief. De symbolen 'R' of 'L' zijn
altijd te zien. De draairichting kan echter alleen
worden bepaald binnen een driefasesysteem.
Hier geeft het instrument de spanning aan tussen
twee externe geleiders.
Sluit de vaste testsonde [02] aan op de vermoe-
6
delijke fase L2, en de handtestsonde [01] op
de vermoedelijke fase L1. De spanning en de
richting van het draaiveld verschijnen op het
LCD-scherm [05].
'R' betekent dat de veronderstelde fase L1 de
werkelijke fase L1 is, en dat de veronderstelde
fase L2 de werkelijke fase L2 is (fig. 1).
'L' betekent dat de veronderstelde fase L1 de
werkelijke fase L2 is, en dat de veronderstelde
fase L2 de werkelijke fase L1 is (fig. 2).
L2
L3
L1
N
<L
fig.1
Bij het opnieuw testen met verwisselde tests-
ondes moet het tegenovergestelde symbool
worden weergegeven op het LCD-scherm [05].
MEETPUNTVERLICHTING
Deze spanningstester is uitgerust met een
LED-flashlight [04] om het gemeten punt te
verlichten. Dit maakt metingen in slechte lichtom-
standigheden (bijv. scheidingsschakelkasten)
eenvoudiger. Druk op de knop LED-flashlight /
L2
L3
L1
N
R>
fig.2